Examenuitleg NL

Examenuitleg NL
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Examenuitleg NL

Slide 1 - Tekstslide

Welke onderdelen worden er geëxamineerd?
A
Tekening, presenteren, solliciteren en kijken
B
Uitleggen, vertalen, uitbeelden en vertolken
C
Non-verbaal, gesloten vragen, schelden en lezen
D
Spreken, gesprekken voeren, schrijven en lezen&luisteren

Slide 2 - Quizvraag

2F, 3F
Op niveau 2F zijn de onderwerpen concreter en meer vertrouwd dan op niveau 3F. Niveau 3F kent meer complexe teksten, met een hoger abstractieniveau. De taken die bij lezen en luisteren moeten worden uitgevoerd, zijn op beide niveaus hetzelfde: begrijpen, interpreteren, evalueren en samenvatten. Deze taken worden bij 3F uitgevoerd bij meer formele, complexere teksten, met een hoger abstractieniveau én met een hoger en abstracter niveau van taakuitvoering.

Slide 3 - Tekstslide

spreken
2F: een kort verhaal vertellen

over een onderwerp uit eigen interessegebied een voorbereide presentatie te geven
vragen beantwoorden naar aanleiding van deze presentatie 

3F: informatie geven over de stage- of werkplek
informatie geven over het bedrijf waar men werkt (bedrijfspresentatie)
instructie geven over een techniek die wordt toegepast op de werkplek (toolbox) 



Slide 4 - Tekstslide

gesprekken
2F: bespreken wat er gedaan moet worden

discussie of overleg
een vraaggesprek 

3F: discussies, debatten en overleg in kleinere of grotere groepen
gesprekken in het kader van werk, een project of stage en de evaluatie daarvan
 



Slide 5 - Tekstslide

Schrijven 2F:
Tijdens de les wordt op niveau 2F geoefend in schrijven van een:
zakelijke brief
memo
instructie
formulier
verhaal
advertentie

Naast de hierboven genoemde thema’s wordt ook aandacht besteed aan spelling en grammatica op niveau 2F.  









Schrijven 3F:
Tijdens de les wordt op niveau 3F geoefend in schrijven van een:
zakelijke brief of e-mail
instructie
artikel
betoog
samenvatting

Naast de hierboven genoemde thema’s wordt ook specifiek aandacht besteed aan spelling en grammatica op niveau 3F.  








Slide 6 - Tekstslide

Centraal examen (Lezen en luisteren)
Het examen Lezen en Luisteren bestaat meestal uit 4 leesteksten en 3 luisterteksten. De tekstsoorten zijn informatief, instructief en betogend. De onderwerpen hebben vaak te maken met het milieu, de gezondheid, werk, burgerschap.
Bij de luisterteksten kan het handig zijn om eerst de vragen te lezen en pas daarna het fragment te bekijken. Wanneer je oefent, kan je uitproberen wat voor jou het meest prettig is.
Het examen op 2F-niveau duurt 90 minuten, op 3F-niveau duurt het examen 120 minuten.

Slide 7 - Tekstslide

Veelvoorkomende vragen CE:
Wie zegt wat over …? Wat is volgens de tekst waar? Wat staat er in de tekst over…. (tekstbegrip)·
Wat wordt er bedoeld met …). In de tekst staat … wat wordt hiermee bedoeld? (woordbegrip)
Wat is het doel van de schrijver met deze tekst? (– vaak in combinatie met tekstbegrip) (tekstdoelen – informeren, uitleg geven/instrueren, mening geven, overtuigen, overhalen, amuseren)
Wat is het onderwerp van de tekst of alinea? Of: Wat is een goed tussenkopje bij deze alinea? Wat is een goede samenvatting van de tekst of alinea? (samenvatten/begrijpen)
Waarnaar verwijst een woord? (verwijswoorden, signaalwoorden)
Wat is de mening van de schrijver? 
Welke argumenten gebruikt de schrijver? (vooral 3F)

Slide 8 - Tekstslide

Beoordelen
Criteria voor de productieve vaardigheden:

  • Opdracht specifieke inhoudskenmerken
  • Samenhang
  • Afstemmen op doel
  • Afstemmen op publiek
  • Woordgebruik en woordenschat
  • Spelling, lay-out en grammatica



Slide 9 - Tekstslide

Ik maak mij zorgen om de productieve vaardigheden..
Ja
Nee
Wat??
Piece of cake...

Slide 10 - Poll

Het verschil tussen 2F en 3F is...

Slide 11 - Woordweb

Spreken:
In tweetallen: Oefen een monoloog van minimaal 4 minuten. 

Praat over:
Stel jezelf voor;
Vertel over je werk en opleiding;
​Taken;
Goede punten;
Verbetermogelijkheden;
Jouw invloed en ideeën;
Sluit af met een korte samenvatting.

Gesprekken:
Doe de volgende opdracht met 2 of 3 anderen. Voer een werkoverleg m.b.t. carnavalsviering binnen jou organisatie.
Je overlegd met een collega's welke zaken jullie nog kunnen regelen voor de carnavalsviering. Bespreek:
Wat/waar en hoe jullie het gaan doen;
Deadlines;
Werkafspraken;
Activiteiten;
Randvoorwaarden.

Slide 12 - Tekstslide

Schrijven
Een artikel schrijven:
Je hebt een hobby. Je zoekt andere mensen om samen je hobby mee te doen. Je schrijft een berichtje voor een krantje. Je moet zelf verzinnen welke hobby je hebt. In je berichtje schrijf je:
-wat je wilt gaan doen;
-waar je dat wilt gaan doen;
-wanneer je dat wilt gaan doen;
-hoe vaak je dat wilt gaan doen;
-wat voor soort mensen je zoekt;
-hoe mensen kunnen reageren op jouw berichtje.

Slide 13 - Tekstslide

Questions???

Slide 14 - Tekstslide