CH2 Laatste les voor de toets N2M

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Bienvenue

Au cours de français avant le test

Planning d'aujourd'hui:

- Controleren van het huiswerk

- Oefentoets maken & nakijken (ensemble) 

- Vragen beantwoorden over het hoofdstuk

Controleren van het huiswerk

A t/m H

OEFENTOETS !!!

 Met 5 vragen uit de échte toets ;)

Vocabulaire

A+B+E+F

5 meerkeuze, 5 open.

Kies het woord die het beste in de zin past.

Oncle Pierre donne une fête (devant / parce que) c’est son anniversaire.

1. devant
2. parce que

Le (cousin / rêve) d’oncle Pierre va à la fête.

1. cousin
2. rêve

Elle aime aussi beaucoup (les lapins / la moitié).

1. Les lapins
2. la moitié

La maison de Léna est très (malade / proche).

1. malade
2. proche

Léon et Léna vont être (ensemble / propre) à la fête?

1. ensemble
2. propre

Vocabulaire

Vertaal de woorden tussen de haakjes.

J'aime de vous (rencontrer)

Je vois un (oiseau)

Ma grand-mère est une (oude vrouw)

Le cours d'allemand est (casse-pied)

J'aime (les glaces)

Grammaire

D: Het bijvoeglijk naamwoord

Vul het bijvoeglijk naamwoord aan.

Mon père a une voiture (noir) ____________.

Il y a une (goede) ____________ boulangerie au village?

C’est des (oude) ____________ voitures.

J'aime un pantalon (vert)______________

Grammaire

H: Vervoegen van de werkwoorden op -er

Qu’est-ce que vous (préparer) ____________?

Tu (inviter) ____________ Cléo aussi?

Nous (adorer) ____________ les pizzas!

Cléo et son copain (rester) ____________ donc à la maison.

Gebruik de zinnen uit de woordenlijst bij de volgende opdracht:

Décris un(e) camarade de classe en cinq phrases entières. Écris:

- hoe hij/zij heet.

- in wat voor woning hij/zij woont.

- beschrijf de woning (gebruik een bijvoeglijk naamwoord). 

- of hij/zij broers en zussen heeft.

- wat jullie graag samen doen.  

Décris un(e) camarade de classe en cinq phrases entières.

De tekst: Le texte:

Voorbeelden van vragen:

Wat wordt er over Kylian MBappé gezegd?

1. De voetballer Mauro Icardi komt vaak bij hem op bezoek.
2. De voetballer Mauro Icardi woont naast hem.
3. Kylian en Mauro Icardi fitnessen vaak samen.

Hoeveel fout had je?

Zelf individueel aan de slag:

Leren voor de repetitie (CH2)

Page 88 & 89 > vocabulaire

Page 91 > grammaire