1. Je kunt het gebruik van een balans uitleggen en opstellen
2. Je kunt het verschil tussen vaste en vlottende activa uitleggen
Vandaag:
3. Je kunt voorbeelden van liquide middelen geven
Slide 5 - Tekstslide
Liquide activa
betaalmiddelen waarmee direct betaald kan worden
Slide 6 - Tekstslide
Minigame
Het bedrijf verkoopt goederen ter waarde van €500 en de consument betaald achteraf. Wat gebeurt er op de balans?
Slide 7 - Tekstslide
Minigame
Het bedrijf koopt voor €1000 euro in. Wat gebeurt er op de balans?
Slide 8 - Tekstslide
Minigame
De bedrijfsauto is kapot gegaan. Wat gebeurt er op de balans?
Slide 9 - Tekstslide
Minigame
Het bedrijf verkoopt €9.000,- aan voorraad goederen, de klanten betalen meteen. Met de €4.000,- winst kopen ze nieuwe voorraad goederen ter waarde van €2000,-. Wat gebeurt er op de balans?
Slide 10 - Tekstslide
Leerdoelen
1. Je kunt het gebruik van een balans uitleggen en opstellen
2. Je kunt het verschil tussen vaste en vlottende activa uitleggen