Sprachmittel vorstellen
1 / 10
Lesduur is: 10 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wie war das nochmal?
ik
jij
hij
zij (ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
Slide 2 - Sleepvraag
Welke vervoeging van zijn hoort bij welk pers. vnw. ?
ich
du
er
sie (ev)
es
wir
ihr
sie (mv)
Sie
bin
bist
ist
ist
ist
sind
seid
sind
sind
Slide 3 - Sleepvraag
Wat betekend: Wer bist du?
Slide 4 - Open vraag
Wat betekend: Wie heißt du?
Slide 5 - Open vraag
Wat betekend: Wie alt bist du?
Slide 6 - Open vraag
Wat betekend: Woher kommst du?
Slide 7 - Open vraag
Wat betekend: Wo wohnst du?
Slide 8 - Open vraag
Wat betekend: Was ist deine Adresse?
Slide 9 - Open vraag
Wat betekend: Was ist deine Telefonnummer?
