Havo 4 Les 5 Teams
1 / 27
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
D
reducenten
Slide 2 - Quizvraag
Welke voedselketen is goed genoteerd?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 3 - Quizvraag
Consument 3
Consument 1
Consument 2
Heterotroof
Autotroof
Producent
Slide 4 - Sleepvraag
Welke groep organismen is autotroof?
A
Producenten
B
Consumenten
C
Afvaleters
D
Reducenten
Slide 5 - Quizvraag
Een producent is altijd een....
A
Plant
B
Schimmel of Bacterie
C
Autotroof organisme
D
Heterotroof organisme
Slide 6 - Quizvraag
Wat staat er altijd onderaan de voedselpiramide? En wat bovenaan?
A
Onder: toppredator
Boven: consument
B
Onder: producent
Boven: toppredator
C
Onder: consument
Boven: producent
D
Onder: toppredator
Boven: producent
Slide 7 - Quizvraag
Wat versta jij onder duurzaamheid?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Wat is een ander woord voor milieu
A
organismen
B
vervuiling
C
leefomgeving
D
biodiversiteit
Slide 13 - Quizvraag
Fossiele Brandstoffen
Duurzame energie
steenkool
Goed voor het milieu
CO2
wind energie
uitlaatgassen
moet dit jaar in NL 14 % van energie worden
waterkrachtcentrale
verbranden
raakt op
onuitputtelijk
Slide 14 - Sleepvraag
Door milieuproblemen neemt de biodiversiteit toe.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
Je kunt milieuproblemen veroorzaken door:
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
1. stoffen toe te voegen
2. stoffen te onttrekken
A
1 is juist
B
2 is juist
C
Beiden juist
D
Beiden onjuist
Slide 16 - Quizvraag
WAT ZIJN DE TWEE BELANGRIJKSTE OORZAKEN VAN DE MILIEUPROBLEMEN?
A
De bevolkingstoename en steeds meer dieren.
B
De bevolkingstoename en de manier van leven.
C
Toename in verschillende diersoorten en manier van leven.
D
Het smelten van de polen en de manier van leven.
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
In de koolstofkringloop wordt door organismen organische stoffen verbrand. Bij welke groep organismen is dit?
Meerdere antwoorden mogelijk!
Meerdere antwoorden mogelijk!
A
Producenten
B
Reducenten
C
Consumenten
D
Afvaleters
Slide 23 - Quizvraag
Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven
Slide 24 - Quizvraag
Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)
Slide 25 - Quizvraag
Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan de reducenten (bacteriën en schimmels)?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese
