1.8 a Spelling **

Welkom
Ga rustig zitten.
Je hebt alleen een pen nodig.

Doe je telefoon weg en 
zet je tas op de grond.


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten.
Je hebt alleen een pen nodig.

Doe je telefoon weg en 
zet je tas op de grond.


Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je kan de persoonsvorm 
in de tegenwoordige tijd goed spellen.

Slide 2 - Tekstslide

lesopbouw
  • Wat weet je al?
  • doel
  • uitleg (filmpje)
  • zelfstandig werken
  • nakijken
  • afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al?
Wat is een persoonsvorm?

Wat is het verschil tussen enkelvoud en meervoud?

Slide 4 - Tekstslide

persoonsvorm t.t.
Stam: 
hele werkwoord --> min -en

lopen - lop
vinden - vind
winnen - winn


Slide 6 - Tekstslide

persoonsvorm t.t.
  • ik                                    --> ik-vorm = ((aangepaste) stam)
  • jij / zij / hij / het        --> ik-vorm + t
  • wij                                  --> hele ww / infinitief

ik loop 
hij loopt
wij lopen
ik vind
hij vindt
wij vinden
ik win 
hij wint 
wij winnen

Slide 7 - Tekstslide

uitzonderingen
LET OP:
  • ik-vorm eindigt op t --> hij-vorm geen extra t.
  • jij/je achter de het werkwoord --> geen t --> dus ik-vorm

ik heet                       Jij vindt spelling makkelijk.       Jij loopt door.
hij heet                     Vind jij spelling makkelijk?         Loop jij door?
wij heten                      

Slide 8 - Tekstslide

ezelsbruggetje
Twijfel je of er wel of geen -t achter het werkwoord moet staan?
Gebruik dan het werkwoord lopen!

  • Ik vind (loop) hem aardig.
  • Jij vindt (loopt) hem aardig.            
  • Vind (loop) jij hem aardig?


Slide 9 - Tekstslide

zelfstandig werken
Werkblad maken

timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Afsluiting
Exitticket
Vul telkens de juiste vorm in van de persoonsvorm.
Het werkwoord dat je moet gebruiken staat tussen haakjes in de zin.

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
  1. Loes (geven) haar kat te eten.
  2. Wij (vinden) een Mars erg lekker.
  3. (Worden) jij vaak te laat wakker?
  4. Ik (leven) alsof elke dag de laatste is.

Slide 12 - Tekstslide