Klas 2 Toets Kapitel 5 versie C

Toets Kapitel 5
Viel 
Erfolg! 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Toets Kapitel 5
Viel 
Erfolg! 

Slide 1 - Tekstslide

-Deze toets bestaat uit 30 open vragen.
-Je hebt hiervoor de hele les de tijd.
- Check voordat je de toets inlevert of je alle vragen hebt beantwoord!! 

Slide 2 - Tekstslide



Bij de vragen 1 t/m 10 moet je het vetgedrukte woord in het Nederlands vertalen. 

Bij het nakijken wordt niet gelet op spelfouten. 

Slide 3 - Tekstslide


1) Diese blaue Lampe und deine rote Lampe sind verschieden

Slide 4 - Open vraag


2) Ich finde lila eine schöne Farbe

Slide 5 - Open vraag


3) Zwischendurch esse ich gerne Schokolade. 

Slide 6 - Open vraag


4) Zum Frühstück esse ich Brot mit Käse. 

Slide 7 - Open vraag


5) Ich trinke Tee mit viel Zucker

Slide 8 - Open vraag


6) Broccoli und Blumenkohl schmecken mir nicht. 

Slide 9 - Open vraag


7) Meine Socken sind nach dem Fußballspiel dreckig

Slide 10 - Open vraag


8) Meine Mutter und ich machen jede Woche einkaufen im Supermarkt. 

Slide 11 - Open vraag


9) Der Bauer gibt uns frische Milch. 

Slide 12 - Open vraag


10) Gummibärchen sind süß

Slide 13 - Open vraag

Bij vraag 11 t/m 16 moet je het Nederlandse woord + lidwoord in het Duits opschrijven.
Er wordt bij het nakijken gelet op hoofdletters en spelling. Let daar dus goed op. 

Slide 14 - Tekstslide


11) de groente

Slide 15 - Open vraag


12) de banaan

Slide 16 - Open vraag


13) de appelsap

Slide 17 - Open vraag

14) de pasta

Slide 18 - Open vraag


15) de ham

Slide 19 - Open vraag


16) de chocolade

Slide 20 - Open vraag

Bij vraag 17 t/m 21 moet je het voltooid deelwoord maken van het werkwoord dat achter de zin staat. 

Slide 21 - Tekstslide

17) Ich habe auf dich ....... (warten)

Slide 22 - Open vraag

18) Janine hat das Essen ....... (machen)

Slide 23 - Open vraag

19) Wir haben in einer Villa...... (wohnen)

Slide 24 - Open vraag

20) Hat er sich bei der Polizei ....... ?(melden)

Slide 25 - Open vraag


21) Wie viel hat das Geschenk .......? (kosten)

Slide 26 - Open vraag

Bij vraag 22 t/m 27 moet je de juiste vertaling invoeren.  
Kijk goed wat het onderwerp is en bepaal aan de hand daarvan welke vorm je moet gebruiken in die zin. 

Slide 27 - Tekstslide

22) Max ...... um 10 Uhr hier sein. (müssen)

Slide 28 - Open vraag

23) Ich ...... nicht kommen. (wollen)

Slide 29 - Open vraag

24) ........ du, wo der Supermarkt ist? (wissen)

Slide 30 - Open vraag

25) ....... ihr am Freitag Pizza essen? (wollen)

Slide 31 - Open vraag

26) Wir ...... alle Antworten natürlich!
(wissen)

Slide 32 - Open vraag

Bij vraag 27 t/m 30 staat telkens een vraag van een ober in een restaurant.
Geef in hele Duitse zinnen antwoord op de vraag.

Slide 33 - Tekstslide


27) 1. Wir müssen gegen euch spielen

Slide 34 - Open vraag


28) 2. (Door haar) kann ich dieses Spiel so gut. 

Slide 35 - Open vraag


29) 3. Ihr werdet doch nicht (zonder ons) losfahren? 

Slide 36 - Open vraag


30) 4. Ich mache mir Sorgen (om hem).

Slide 37 - Open vraag

31) 5. Ist das Geschenk (voor mij)?

Slide 38 - Open vraag

32) Vater hat (een) Tasche in der Hand.

Slide 39 - Open vraag

Vertaal het woord tussen de haakjes 
let daarbij op het geslacht en zet de goede vorm van het bezittelijke voornaamwoord in

Slide 40 - Tekstslide

33) 2. Das sind (haar) Stifte (mv).

Slide 41 - Open vraag

34)3 Hast du (de) Lehrerin gefunden?

Slide 42 - Open vraag

35) 5. (Zijn) Mutter kommt auch vorbei.

Slide 43 - Open vraag

36) (Mijn) Onkel kann gut Basketball spielen.

Slide 44 - Open vraag

37) Ist das (jouw) Buch (o)?

Slide 45 - Open vraag

38)8. (Het) Tier ist sehr schön.

Slide 46 - Open vraag

Du bist fertig! 
(= Je bent klar)
Controleer of je alle vragen hebt beantwoord. Lever dan de toets in.  

Slide 47 - Tekstslide