19-01 Quiz Hoofdstuk 4
1 / 12
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat geeft van de oplossingen uit de abc-formule?
Vraag 1
A
a2+b2=c2
B
x=2b2−√−b+4ac
C
x=2a−b+√b2−4ac
D
x=2a−b−√DmetD=b2−4ac
Slide 4 - Quizvraag
Los op. Rond af op 2 decimalen.
x2=59
Vraag 2
A
x ≈ 7,68
B
Kan niet
C
x=29,5
D
x ≈ 7,68 of x ≈ -7,68
Slide 5 - Quizvraag
Vul in: x=... of x=... met kleinste antw. vooraan
Vraag 3
Slide 6 - Open vraag
Los op. Rond af op 2 decimalen.
Vraag 4
3x2−11x+5=0
A
x ≈ 0,53 of x ≈ 3,14
B
x ≈ 1,59 of x ≈ 9,41
C
x ≈ -3,14 of x ≈ -0,53
D
x ≈ -0,41 of x ≈ 4,08
Slide 7 - Quizvraag
Vraag 5
Vul in: x=... of x=... met kleinste antw. vooraan
Slide 8 - Open vraag
Los op.
x2−1>3
Vraag 6
A
Klopt voor geen enkele waarde van x.
B
x<-2,x>2
C
-2<x<2
D
x<−√2ofx>√2
Slide 9 - Quizvraag
Geef een snijpunt van f en g.
en
en
f(x)=3x2−8x
g(x)=−x2+12
Vraag 7
A
(3 , 3)
B
De grafieken van f en g snijden niet.
C
(-1 , 11)
D
(0 , 12)
Slide 10 - Quizvraag
We hebben net gevonden dat f en g elkaar snijden op (3 , 3) en (-1 , 11). Los op op g(x)≥f(x).
f(x)=3x2−8x
g(x)=−x2+12
Vraag 8
A
x ≤ -1 , x ≥ 3
B
-1 ≤ x ≤ 3
C
(<- , -1] , [3 , ->)
D
[-1 , 3]
