2. hoorcollege 1.1 en 1.2 ZW aan opdracht 1

periodes en tijdvakken
Deze moet je kennen!!           naam en jaartallen
Onthoud hier zoveel mogelijk van...
timer
1:00
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

periodes en tijdvakken
Deze moet je kennen!!           naam en jaartallen
Onthoud hier zoveel mogelijk van...
timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren

Slide 2 - Tekstslide

Foto van een Australisch aboriginal gezin ca. 1950 (fotograaf: Axel Poignant).
Wat kun jij afleiden uit deze foto over de sociale verhoudingen van de jager-verzamelaars?

Slide 3 - Tekstslide

Wat kun jij afleiden uit deze foto over de sociale verhoudingen van de jager-verzamelaars?
  • Waarom loopt de man voorop?
  • Waarom moet de vrouw veel meer dragen?
  • Wat is dat kind aan het doen?
  • Is er bewust voor gekozen om in deze volgorde te lopen?
  • Hoe kijk jij daar tegen aan?
  • Wat heeft dat te maken met jouw standplaatsgebondenheid?

Slide 4 - Tekstslide

leefwijze
jagers en verzamelaars

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn de kenmerken van de leefwijze van jagers en verzamelaars?
- Het zijn nomaden, ze trekken rond op zoek naar voedsel.
- Het klimaat speelt een grote rol, ze zoeken een omgeving waar het klimaat leefbaar is en eetbare planten en dieren voorkomen.
- Ze hebben weinig bezittingen, en maken wat ze nodig hebben van steen (vandaar Steentijd) of bot en huid van dieren.
- Ze leven in kleine groepen.
- Doden worden begraven en krijgen grafgiften mee (waarschijnlijk geloofde men dat je deze voorwerpen nodig had in het hiernamaals). Aan de hoeveelheid grafgiften kun je zien of iemand meer of minder belangrijk was.

Slide 6 - Tekstslide

landbouwrevolutie

Slide 7 - Woordweb

Hoe en waardoor ontstond de landbouwrevolutie?
- De landbouwrevolutie is de overgang van jagen en verzamelen naar het bewerken van het land (landbouw). 
- (+/- 20000 V Chr) Doordat het warmer en natter werd was er meer voedsel, rondtrekken was niet langer nodig.
- Dorpen ontstaan, voornamelijk aan de oostkant van de Middellandse Zee,  waar meer mensen bij elkaar gaan wonen. 
- +/- 12000 v Chr wordt het weer kouder en men probeert zelf granen en dergelijke te gaan verbouwen (ontdekking landbouw in de vruchtbare halve maan = Midden-Oosten).
- Men gaat ook dieren houden, tam amken en fokken.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe en waardoor verspreidde de landbouwrevolutie zich naar Europa?
- +/- 5000 v Chr verspreidt de landbouwrevolutie zich naar Europa
- Men vermoedt omdat er steeds meer bevolkingsgroei was in het Midden-Oosten, het werd er misschien te vol. De mensen die daar weg gingen om ergens anders te gaan leven, namen de kennis van landbouw mee en vestigden bijvoorbeeld in Europa.

Slide 9 - Tekstslide

gevolgen van
de landbouw revolutie?

Slide 10 - Woordweb

Wat zijn de gevolgen van de landbouwrevolutie?
- Mensen werden sedentair (vestigen op een plek)
- Tijdelijke hutten werden stevige boerderijen
- Ontstaan dorpjes
- Meer en andere gebruiksvoorwerpen (bijvoorbeeld materiaal om land te bewerken)
- Men ging potten bakken om voedsel in te bewaren
- Hoe meer bezit je had, hoe belangrijker je was, er ontstaan dus verschillende sociale lagen.

Nieuwe steentijd: De tijd waarin de landbouwsamenlevingen tot ontwikkeling kwamen.

Slide 11 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • 1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
  • 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
  • 3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
noem ze nog eens!

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • 1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
  • 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
  • 3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
noem ze nog eens!

Slide 13 - Tekstslide

1.2 Dorpen en steden

Slide 14 - Tekstslide

jagers worden boeren?

Slide 15 - Woordweb

Waarom ontstaan er in Mesopotamië stedelijke gemeenschappen?
- Boeren in dit gebied deden aan irrigatielandbouw, waardoor de landbouw erg succesvol was.
- Boeren die erg grote opbrengsten hadden werden belangrijker dan anderen en werden vaak de leider / koning van de groep.
- Voedsel werd opgeslagen en omdat er genoeg voedsel was groeide de bevolking.
- Niet iedereen hoefde daarom nog als boer te werken en er ontstonden ook andere beroepen.
- Deze gemeenschappen werden steeds groter en werden steden, deze steden overheersten weer het omliggende platteland = Stadstaten
- Deze stadstaten waren hierarchisch opgebouwd (verschillende standen)

Slide 16 - Tekstslide

Wat betekent hiërarchie?

Slide 17 - Open vraag

Jager-verzamelaars kenden geen hiërarchie, maar boeren wel. Wat is hiervoor de verklaring?
A
Jager-verzamelaars kenden een duidelijke taakverdeling.
B
Jager-verzamelaars waren nomaden dus hiërarchie was niet praktisch.
C
Door de komst van bezit kreeg de ene meer dan de ander en dat was hiërarchie.
D
Mannen en vrouwen waren strikt gescheiden bij de jager-verzamelaars, bij de boeren was dit niet langer zo.

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Welke stedelijke gemeenschappen uit de tijd van jagers en boeren zijn er en wat zijn de kenmerken?
- De bekendste stedelijke samenlevingen vinden we in Mesopotamië en Egypte.
Kenmerken:
- Hierarchisch opgebouwd.
- Irrigatielandbouw
- polytheïsme (meer godendom)
- tempeleconomie = alles gebeurde rondom de tempels (handel, bestuur, etc)
- ontwikkeling van het schrift: steden hadden een ingewikkelder bestuur dan dorpjes en de behoefte om wetten/afspraken etc op te schrijven ontstond.
- spijkerschrift (Mesopotamië) en hiërogliefen (Egypte)

Slide 21 - Tekstslide

Kenmerkende aspecten
  • 1.  De levenswijze van jager-verzamelaars.
  • 2. Het ontstaan van landbouw en landbouwsamenlevingen.
  • 3. Het ontstaan van stedelijke gemeenschappen.
noem ze nog eens!

Slide 22 - Tekstslide

Aan de slag

Werk aan opdracht 1 voor tijdvak 1, probeer zo ver mogelijk te komen.

Vooral KA 1 en 2 moet kunnen lukken ;), maar 3 mag ook al!

Slide 23 - Tekstslide

Exit-ticket
Beantwoord deze vraag op het blaadje dat je van de docent krijgt:


Noteer de naam en jaartallen van tijdvak 1 en de eerste 3 kenmerkende aspecten uit je hoofd en zonder overleg met je buurman. Als je ook nog de  historische naam van de periode weet ben je helemaal geweldig!

Slide 24 - Tekstslide