Hoofdstuk 12. De opsporingsambtenaar en het OM

Hoofdstuk 12. De opsporingsambtenaar en het OM
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 12. De opsporingsambtenaar en het OM

Slide 1 - Tekstslide

Taak van een opsporingsambtenaar 
  • Het opsporen van strafbare feiten (onder leiding OvJ)
  • = de waarheid over een strafbaar feit achterhalen

Dwangmiddelen : 
  • verhoren van verdachten en getuigen 
  • doen van sporenonderzoek
  • het fouilleren van verdachten.

Slide 2 - Tekstslide

Positie 
Resultaat van zijn verhoren en onderzoeken : proces-verbaal (ambtseed)

Op basis van het proces-verbaal beslist de officier van justitie of hij de zaak aan de rechter zal voorleggen 

In de rechtszaak wordt aan het proces-verbaal veel bewijskracht toegekend, want in principe kan een verdachte op basis van één proces-verbaal worden veroordeeld.


Slide 3 - Tekstslide

Buitengewoon opsporingsambtenaar
  • Belastinginspecteur : belastingfraude 
  • Milieu­ambtenaar : milieudelicten 
  • Sociaal rechercheurs : fraude in de sociale zekerheid
  • Hoofdconducteurs van de NS : voor zwartrijden en andere strafbare feiten in het openbaar vervoer                                               
Art. 141 en 142 Sv

Slide 4 - Tekstslide

Algemeen opsporingsambtenaar
  • Politiefunctionaris
  • Bevoegd om alle strafbare feiten op te sporen: diefstal, moord, vernieling, fraude enzovoort. Officier van Justitie

Slide 5 - Tekstslide

De OvJ en het OM
Leiding over het vooronderzoek

Beslissingsbevoegdheden : 
  • Wat gebeurt er tijdens het vooronderzoek met de verdachte
  • Wordt de zaak van de verdachte aan de rechter voorgelegd 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Openbaar Ministerie
Landelijk overheidsapparaat met drie taken:
  
  1. Leidinggeven aan het vooronderzoek 
  2. Vervolging van verdachten 
  3. Zorgen dat de straffen die de rechter aan veroordeelden oplegt worden uitgevoerd


Slide 8 - Tekstslide

OM
Leden van het Openbaar Ministerie :

Rechtbank : Officier van justitie. 
Gerechtshof : Advocaat-generaal
Hoge Raad : Procureur-generaal.


Slide 9 - Tekstslide

Hulpofficier van justitie
Taak om de officier van justitie in een aantal gevallen te vervangen, vooral bij het nemen van beslissingen over het toepassen van (niet te zware) dwangmiddelen.

De hulpofficier van justitie staat tussen de officier van justitie en de ‘gewone’ opsporingsambtenaar in (hoort niet bij OM) 



Slide 10 - Tekstslide

Opsporen en vervolgen
Opsporen ; de waarheid over een strafbaar feit proberen te achterhalen. Door bijvoorbeeld vingerafdrukken te nemen, getuigen te horen, de plaats van het delict te onderzoeken en de verdachte te ondervragen.
Vervolgen ; de officier van justitie betrekt een rechter in de zaak, zodat de verdachte kan worden berecht.

Slide 11 - Tekstslide

Seponeren
De OvJ mag op ‘gronden aan het algemeen belang ontleend’ besluiten om van vervolging af te zien. 

Hij is niet verplicht te vervolgen (opportuniteitsbeginsel)



Slide 12 - Tekstslide

Redenen :
  • Juridisch technische gebreken (gebrek aan bewijs / fouten)
  • Beleidskeuzes (door drukte prioriteiten stellen)
  • Persoonlijke omstandigheden (ziekte van verdachte)
  • Voorwaardelijk sepot (vergoeding schade / afkicken)

Slide 13 - Tekstslide

Strafbeschikking
  • Bijzondere manier van vervolgen (art 257a Sv) 
  • Om rechters werk uit handen te nemen
  • Voor alle overtredingen en misdrijven waarop een maximum gevangenisstraf staat van niet meer dan 6 jaar

Slide 14 - Tekstslide

Straffen van het OM in de boetebeschikking :
  • taakstraf tot 180 uur
  • geldboete
  • onttrekken van voorwerpen aan het maatschappelijk verkeer
  • schadevergoedingsmaatregel
  • ontzeggen van de rijbevoegdheid voor niet langer dan een halfjaar.

Slide 15 - Tekstslide

  • De politie mag voor alle overtredingen en voor een aantal lichte misdrijven een strafbeschikking aan verdachten geven waarin uitsluitend een geldboete (van maximaal € 350,-) mag worden opgelegd.
  • Het Openbaar Ministerie mag geen gevangenisstraffen opleggen.
  • Een verdachte die het niet eens is met een strafbeschikking, kan in verzet gaan. In dat geval legt hij de zaak, via de officier van justitie, voor aan de rechter.

Slide 16 - Tekstslide