Les 1: Verbrandingsreacties

Les 1: Verbrandingsreacties
H8 Verbrandingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 1: Verbrandingsreacties
H8 Verbrandingen

Slide 1 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
Deze les
  • 8.1 Verbrandingsreacties
  • maken 8.1 opdr 1 t/m 11
  • lezen 8.2 Brand blussen
  • TEAMS Diagnostische toets H7
8.1 Verbrandingsreacties 

Slide 2 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Leerdoelen
8.1.1 Ik kan de drie verbrandingsvoorwaarden noemen.
8.1.2 Ik kan de samenstelling van lucht beschrijven.
8.1.3 Ik kan de verbrandingsverschijnselen beschrijven.
8.1.4 Ik kan uitleggen hoe een explosie ontstaat.
8.1.5 Ik kan zes brandstoffen en hun toepassing noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan de drie verbrandinsgvoorwaarden noemen.
Een verbranding is een reactie tussen een brandstof en zuurstof.
  1. brandstof: stof die warmte levert
  2. zuurstof
  3. ontbrandingstemperatuur:  stofeigenschap die bepaald tot welke temperatuur een stof moet worden verhit voordat deze brand

Slide 4 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan de drie verbrandinsgvoorwaarden noemen.
Een verbranding is een reactie tussen een brandstof en zuurstof.
  1. brandstof: stof die warmte levert
  2. zuurstof
  3. ontbrandingstemperatuur: stofeigenschap die bepaald tot welke temperatuur een stof moet worden verhit voordat deze brand

Slide 5 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan de samenstelling van lucht beschrijven.
Bij een verbranding is de aanwezigheid van voldoende lucht belangrijk, anders krijg je een onvolledige verbranding waarbij giftige stoffen zoals koolstofmonoxide kunnen ontstaan.

Slide 6 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan de samenstelling van lucht beschrijven.

Slide 7 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
 Ik kan de verbrandingsverschijnselen beschrijven.
Voorbeelden van verbrandingsverschijnselen zijn:
  • Vlammen zijn gloeiende roetdeeltjes.
  • Vonken zijn gloeiende deeltjes: grotere deeltjes die ook buiten de vlam kunnen branden.
  • Rook: onverbrandbare vaste deeltjes in de lucht.
  • Asresten: vaste stoffen die niet brandbaar zijn, mineralen in hout.

Slide 8 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan de verbrandingsverschijnselen beschrijven.
Voorbeelden van verbrandingsverschijnselen zijn:
  • Vlammen zijn gloeiende roetdeeltjes.
  • Vonken zijn gloeiende deeltjes: grotere deeltjes die ook buiten de vlam kunnen branden.
  • Rook: onverbrandbare vaste deeltjes in de lucht.
  • Asresten: vaste stoffen die niet brandbaar zijn, mineralen in hout.

Slide 9 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
 Ik kan uitleggen hoe een explosie ontstaat.
Een explosie is een snelle uitzetting van gassen, meestal veroorzaakt door verbranding.

Slide 10 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
 Ik kan uitleggen hoe een explosie ontstaat.
Een explosie is een snelle uitzetting van gassen, meestal veroorzaakt door verbranding.
  • Lucht hoeft maar voor 5% uit aardgas te bestaan om een explosief mengsel te vormen.
  • Vaste stoffen zoals kaliumnitraat in vuurwerk bevat zuurstof dat wordt gebruikt voor een snelle verbranding.

Slide 11 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan zes brandstoffen en hun toepassing noemen.
Uit fossiele brandstoffen zoals aardolie, worden brandtsoffen gemaakt door middel van destillatie.

Andere belangrijke fossiele brandstoffen zijn aardolie, aardgas en steenkool (koolstof).

Slide 12 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
8.1 Verbrandingsreacties
Ik kan zes brandstoffen en hun toepassing noemen.
  1. Benzine: voertuigbrandstof (veel energie).
  2. Aardgas: voor koken en verwarming.
  3. Steenkool: elektriciteitscentrales.
  4. Diesel: voertuigbrandstof (weinig energie).    Bevat per liter meer energie dan benzine.
  5. Kerosine: lampolie, vliegtuigbrandstof.
  6. LPG: koken als campingas en voertuigbrandstof.

Slide 13 - Tekstslide

Les 1: Verbrandingsreacties
AAN DE SLAG
  • maken 8.1 opdr 1 t/m 11
  • lezen 8.2 Brand blussen
  • leren H7 Stoffen en deeltjes 
  • TEAMS: Diagnostische toets H7
8.1 Verbrandingsreacties 

Slide 14 - Tekstslide