3. Oorzaken van criminaliteit

MASK - Criminaliteit 
HF 3 Oorzaken criminaliteit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

MASK - Criminaliteit 
HF 3 Oorzaken criminaliteit

Slide 1 - Tekstslide

Blok uur 1




Blok uur 2 (theorieen)
Leerdoelen ; 3.1 
  • Kenmerken riscofactoren
  • Kenmerken beschermende factoren
  • Recidivist
Begrippen:
Aangeleerd-gedragtheorie
Bindingstheorie
Rationele-keuzetheorie
Etikettentheorie
Anomietheorie
Neutraliseringstheorie

Slide 2 - Tekstslide

3.1 Wie worden crimineel?

Leerdoelen 
  • Kenmerken riscofactoren
  • Kenmerken beschermende factoren
  • Recidivist

Slide 3 - Tekstslide

C

Slide 4 - Tekstslide

Er wordt een buurtapp opgericht om de sociale controle te vergroten.
A
Preventieve maatregelen
B
Repressieve maatregelen

Slide 5 - Quizvraag

Uitbreiding van het aantal gevangeniscellen.
A
preventief
B
repressief

Slide 6 - Quizvraag

Risicofactoren
- Psychische problemen door:
  • aangeboren eigenschappen
  • onveilige opvoeding (trauma)
-  Foute vrienden / groepsdruk       (omgeving)
-  Alcohol- en drugsgebruik





Slide 7 - Tekstslide

Beschermende factoren

- Werk en onderwijs
- Een relatie
- Het gezin
- Sociale vaardigheden = vaardigheden om met andere mensen om te gaan en te communiceren




Slide 8 - Tekstslide

Recidive
(letterlijk) 'herhaling' 
recidivist = iemand die steeds opnieuw strafbare feiten pleegt
 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

3.2  theorieën over criminaliteit

Begrippen:
  • Aangeleerd-gedragtheorie
  • Bindingstheorie
  • Rationele-keuzetheorie
  • Etikettentheorie
  • Anomietheorie
  • Neutraliseringstheorie

Slide 12 - Tekstslide

Aangeleerd-gedragtheorie

een crimineel is niet zelf een slechter mens, maar crimineel gedrag is aangeleerd/ overgenomen



Slide 13 - Tekstslide

2 Bindingstheorie
mensen gaan crimineel gedrag vertonen als ze geen hechte band hebben met mensen en de maatschappij 



Slide 14 - Tekstslide

3 Rationele-keuzetheorie
crimineel gedrag als mensen de gelegenheid hebben en de pakkans klein is.

afweging: 
opbrengst vs. risico's

'gelegenheid maakt de dief'



Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

4 Etikettentheorie
vooroordelen 
sommige groepen zouden crimineel zijn  > 'etiket
mensen gaan zich dan zo gedragen 

"Iedereen denkt toch al dat ik crimineel ben, dus wat maakt het uit als ik een delict pleeg?"


Slide 17 - Tekstslide

5 Anomietheorie:

Volgens deze theorie is voor sommigen succesvol zijn of lijken belangrijker dan de manier waarop je dat bereikt.

mensen gaan criminele dingen doen als ze gefrustreerd zijn omdat ze hun levensdoelen (bijvoorbeeld: rijkdom) niet op een gewone manier kunnen behalen.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

6 Neutraliseringstheorie
invloed van een groep:
jongeren hebben net als iedereen een innerlijke stem die zegt: ‘Dit hoor je niet te doen’.
Maar als ze in een groep op stap zijn, schakelen ze die stem uit.

schuldgevoelens achteraf negeren ze, of maken het minder erg dan het is



Slide 20 - Tekstslide

Maken:
opdr. 1, 2, 6, 7, en 9 tm 15

So toets 

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide