Cultuur 2.3 en 2.4

Welkom 1V1!
Pak je boek en je laptop!
Laptop nog even dicht
planning:

2.2 herhalen
2.3 cultuur uitleg
2.3 opdrachten maken
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom 1V1!
Pak je boek en je laptop!
Laptop nog even dicht
planning:

2.2 herhalen
2.3 cultuur uitleg
2.3 opdrachten maken

Slide 1 - Tekstslide

2.3 Cultuur 

Slide 2 - Tekstslide

Land x heeft een bevolking van 30 miljoen, een geboortecijfer van 9‰ en een toename van emigranten van 6‰, en een immigratie cijfer van 3‰, ook heeft het land een sterftecijfer van 12‰, Hoeveel word de nieuwe bevolking?

Slide 3 - Open vraag

Welke oorzaken zijn er om te migreren? Hoe noemen wij deze oorzaken?

Slide 4 - Open vraag

Wat is cultuur?

Slide 5 - Woordweb

Leerdoelen §2.3:

  • Je weet op welke manier je een cultuur kunt beschrijven met 3 soorten cultuur elementen
  •  Je begrijpt waarom culturen vroeger en nu verspreid en vermengd raken.
  • Begrijp je waarom cultuur kan veranderen
  • Begrijp je waardoor een culturele identiteit wordt gevormd.

Slide 6 - Tekstslide

Cultuurelementen

taal/godsdienst

onzichtbare cultuur
wetten/familiebanden/opvoeding

zichtbare dingen
kleding/voedsel/gebouwen/kunst

Slide 7 - Tekstslide

Cultuur elementen
Taal,Godienst

Wereldtalen: Arabisch, Chinees, Engels , Russisch en Spaans

Slide 8 - Tekstslide

Cultuur elementen
Wetten,familiebanden en opvoeding

Slide 9 - Tekstslide

Cultuur elementen
Kleding,Voedsel, gebouwen en kunst

Slide 10 - Tekstslide

Cultuurverspreiding 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Cultuurverspreiding door:
- Kolonisatie
- Migratie
- Toerisme
- Internationale handel
- Social media

Slide 13 - Tekstslide

Amerikanisering
Cultuurelementen van de VS veroveren de wereld.

Voorbeeld: Coca Cola en 
Mc Donalds zijn in de hele wereld bekend.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

huiswerk
1,2,3,4,6 van 2.3 kijk deze na 
Aan de slag!

Slide 16 - Tekstslide

  welvaart en welzijn

Slide 17 - Tekstslide

Leerdoelen 
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan weet je wat het bbp/inwoner is.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan begrijp je dat de armoedegrens verschilt naar welvaartsgraad.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je het verband tussen het bbp/inwoner en de verdeling van de beroepsbevolking uitleggen.
-Als je klaar bent met deze paragraaf dan kun je landen op basis van het bbp/inwoner indelen in vier categorieën.

Slide 18 - Tekstslide

Meten van welvaart
Drie manieren om welvaart te meten zijn:
1.  Het bruto binnenlands product per hoofd (bbp/hoofd) van de bevolking.
2. Het welzijn
3. De verdeling van de beroepsbevolking.


Slide 19 - Tekstslide

Hoe bereken je het bbp/hoofd?
Het bbp/hoofd is alles wat in een jaar in een land wordt verdiend gedeeld door het aantal inwoners.

Voorbeeld: In Nederland wonen 17 miljoen mensen. Het totale BBP is 697 miljard euro. Het bbp/hoofd is 697.000.000.000 : 17.000.000 = € 41.000. 

In het Afrikaanse Niger is het bbp/hoofd maar € 725.
Nederland is dus een rijker land (welvarender) dan Niger.

Slide 20 - Tekstslide

De verdeling van de beroepsbevolking
Alle mensen die tegen betaling werken (plus de werklozen) horen bij de beroepsbevolking. De beroepsbevolking is verdeeld in drie sectoren:
  • De primaire sector (landbouw, mijnbouw, visserij)
  • De secundaire sector (industrie, ambacht, bouw)
  • De tertiaire sector (diensten, zoals handel, verkeer en overheidsdiensten)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Welvaart en de verdeling van de beroepsbevolking

Slide 23 - Tekstslide

De wereld ingedeeld op ontwikkelingsgraad
Je kunt landen op basis van welvaart en welzijn indelen in drie groepen:
  1. De centrumlanden = de meest ontwikkelde landen (koplopers)                      Veel mensen werken in de diensten, oftewel in de tertiaire sector.
  2. De semiperiferie = landen die flink aan het ontwikkelen zijn (volgers)          Veel mensen werken in de industrie, oftewel de secundaire sector.
  3. De periferie = de grote groep ontwikkelingslanden (achterblijvers)               Veel mensen werken in de landbouw, oftewel de primaire sector.

Slide 24 - Tekstslide

Formele en informele sector

  • Arme landen
  • Landbouw en industrie sector het grootst 
  • Geen officeel werk 
  • Betalen geen belasting
  • Rijke landen
  • Diensten sector het grootst
  • Betalen belasting
  • Officeel werk
 

Slide 25 - Tekstslide

Welk verband bestaat er tussen de verdeling beroepsbevolking & de welvaart?
timer
1:00

Slide 26 - Open vraag

huiswerk/aan de slag
2.3 1,2,3,5,6 Nakijken
4.1 maken 2,3,4,6 

Slide 27 - Tekstslide