H3 oefenen hfd 3 les 2

Oefenen / herhaling hfst. 3
3 lessen herhaling hfst. 3 
Dit is les 2
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Oefenen / herhaling hfst. 3
3 lessen herhaling hfst. 3 
Dit is les 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Je gaat zelfstandig door de les heen. Eerder klaar kan je werken aan PO of groene rekenblok 


Slide 2 - Tekstslide

Doelen
  • Aan het eind van deze les de prijselasticiteit berekenen, op verschillende manieren
  • Aan het eind van deze les kan je de vier marktvormen monopolie, oligopolie, volkomen concurrentie en monopolistische concurrentie beschrijven en gebruiken

Slide 3 - Tekstslide

Instructie
Wat behandelen we deze les allemaal
  • herhaling
  • prijselasticiteit 
  • marktvormen
Het gaat soms redelijk snel. We hebben alles al besproken tijdens de lessen. Dit is echt herhaling en oefening. Je mag natuurlijk je boek en mijn PowerPoint gebruiken als extra hulp

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling: bereken de evenwichtsprijs
Qv=-20P+10000
Qa=4000
A
200
B
300
C
400
D
ik heb hulp nodig

Slide 5 - Quizvraag

Prijselasticiteit van de vraag
Ondernemers willen graag weten hoe de vraag reageert als ze de prijs veranderen. Oftewel als ik de prijs met 10% verhoog hoeveel % verkoop ik dan minder. 

dat doe je met de volgende formule


Slide 6 - Tekstslide

Prijselasticiteit van de vraag
Let op: Vaak moet je nog de procentuele verandering uitrekenen of je krijgt de prijselasticiteit en moet dan de procentuele verandering van de vraag of prijs uitrekenen

dat doe je met de volgende formule


Slide 7 - Tekstslide

Bereken de prijselasticiteit van de vraag

De prijs van een oordopjes is  gestegen van €86 naar €90,30. De vraag is hierdoor met 2% gedaald. Bereken op papier de prijselasticiteit.
Lever een foto van  je antwoord + berekening in op de volgende slide.
extra hulp
Je moet hier eerst nog zelf de procentuele verandering van de prijs berekenen. Dit kan op meerdere manieren. Je kan een tabel gebruiken of de formule (N-O)/Ox100

lukt dit niet vraag hulp aan de docent

Slide 8 - Tekstslide

Inleverbox berekening + antwoord prijselasticiteit

Slide 9 - Open vraag

Bereken de prijselasticiteit van de vraag

De prijs van een oordopjes is met 8 % gestegen. de prijs elasticiteit is -1,4 . Bereken op papier de procentuele verandering van de vraag.
Lever een foto van  je antwoord + berekening in op de volgende slide.
extra hulp
Je moet hier eerst nog zelf de procentuele verandering van de vraag berekenen. 

ezelsbruggetje wat je hiervoor kan gebruiken is 3=6/2

lukt dit niet vraag hulp aan de docent
Controle
als het goed is heb je als prijselasticiteit bij de vorige vraag -0,4. Zo niet ga terug en probeer het opnieuw

Slide 10 - Tekstslide

Inleverbox berekening + antwoord % verandering van de vraag

Slide 11 - Open vraag

Waarom is de prijselasticiteit bijna altijd een - getal
A
hogere prijs minder vraag
B
hogere prijs meer vraag
C
dat moet gewoon
D
meer vraag is een hogere prijs

Slide 12 - Quizvraag

Afronding prijselasticiteiten
We hebben nu gekeken naar prijselasticiteiten. In het groene rekenblok wat jullie moeten maken staan meer oefeningen. 


controle
Als het goed is heb je bij de vorige vraag een procentuele verandering van de vraag van -11,2. Zo niet ga terug en probeer het opnieuw

Slide 13 - Tekstslide

Marktvormen
We gaan nu kijken naar vier markt vormen
  1. monopolie 
  2. oligopolie
  3. volkomen concurrentie
  4. monopolistische concurrentie

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Monopolist
  • één aanbieder
  • prijszetter (omdat het de enige is kunnen ze de prijs bepalen)
  • voorbeelden van monopolies zijn, Pro rail, NS, gemeente met paspoorten, Microsoft (al valt dit te bediscussiëren) 

Slide 16 - Tekstslide

Wat weet jij al over een oligopolie?

Slide 17 - Woordweb

Oligopolie
  • enkele aanbieders
  • Ze houden elkaar in de gaten wat betreft de prijs 
  • ze mogen geen prijsafspraken maken, dit is verboden (kartel)
  • voorbeelden zijn tankstations, supermarkten 

Slide 18 - Tekstslide

Volkomen concurrentie
  • veel aanbieders
  • veel afnemers
  • prijsnemer (de prijs komt door vraag en aanbod tot stand evenwichtsprijs)
  • homogeen product

Slide 19 - Tekstslide

Eisen waaraan volkomen concurrentie moet voldoen

  1. iedereen verkoopt zelfde product
  2. veel vragers en veel aanbieders
  3. transparante markt
  4. vrije toetreding
extra hulp
Vrije toetreding betekent dat aanbieders kunnen komen en gaan wanneer ze willen. Ze hoeven bijvoorbeeld niet 10 miljard start kapitaal te hebben.

Transparante markt betekent dat iedereen alles weet. Je weet hoe het product gemaakt wordt, wat dit kost en hoeveel het gaat kosten.

Slide 20 - Tekstslide

Monopolistische concurrentie
  • veel aanbieders
  • heterogeen product 
  • denk aan restaurants: er zijn veel restaurant maar elk restaurant heeft net ander eten.

Slide 21 - Tekstslide

Wat is een homogeen product en wat is een heterogeen product

Slide 22 - Open vraag

Juist
onjuist
Bij een oligopolie zijn er enkele aanbieders
Pro rail is een monopolist
Aanbieders bij volkomen concurrentie kunnen zelf de prijs bepalen
monopolies zijn goed voor de consument

Slide 23 - Sleepvraag

Wat hebben we nu gedaan?
We hebben uitgebreid gekeken naar de prijselasticiteit.
We hebben gekeken naar de vier marktvormen

Slide 24 - Tekstslide

Ik vond deze les...
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Het volgende onderwerp vind ik nog lastig en heb ik hulp bij nodig.

Slide 26 - Open vraag

Klaar
Wanneer je klaar bent met deze Lesson up dan doe je het volgende
  1. Ga aan de slag met de PO
  2. Maak het groene rekenblok (dit moet maandag 17 jan via foto's ingeleverd worden)

Slide 27 - Tekstslide