Afval scheiden en schoonmaken informatie

• Zorg en Welzijn
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Schoonmaken en afval scheiden

Blz. 26

Blz. 29

Praktijkopdracht 2.06 (blz. 33)

Blz. 134/135

3 soorten schoonmaakmiddelen:

1. Reinigingsmiddelen 
2. Ontsmettingsmiddelen
3. Onderhoudsmiddelen
   

Schoonmaakmiddelen 

- Reinigingsmiddelen: Schoonmaakmiddel die als doel heeft vuil weg te halen.

- Desinfectiemiddelen (ontsmettingsmiddelen): Schoonmaakmiddel met als doel bacteriën te doden.

- Onderhoudsmiddelen: Schoonmaakmiddel met als doel meubelen te onderhouden. Bijv. een leren bank of houten tafel. 

Een reinigingsmiddel gebruik je om ......

1. aangekleefd vuil los te maken
2. een extra beschermlaag aanbrengen
3. micro-organisme doden
4. vette vlekken op te lossen

Een voorbeeld van een reinigingsmiddel is

1. terpentine
2. schoonmaakazijn
3. ammonia
4. boenwas

Ontsmettingsmiddelen

• Ontsmettingsmiddelen hebben als doel micro-organisme te doden. 
• Voorbeelden van ontsmettingsmiddelen zijn chloor en alcohol (voor de wc)

De onderhoudsmiddelen zorgen ervoor dat materialen een extra beschermlaagje krijgen.

1. Waar
2. Niet waar

onderhoudsmiddelen 

 Voorbeelden hiervan zijn parketpolish, meubelwas of een leeronderhoudsmiddel, zoals schoenpoets.

Vergroot de levensduur.

1. Vetoplossers: allesreiniger, schuurmiddel en desinfectiemidde
   
   
2. Kalkoplossers: huishoudazijn, zoutzuur en ontkalkingsmiddelen

• In een sauna ontstaat er veel vet (huidvet), hiervoor gebruikt de schoonmaak van de wellness een ontvetter voor. 
• In ruimtes waar veel met water wordt gewerkt (douches en baden) zal kalkaanslag ontstaan, hiervoor dient ontkalker gebruikt te worden. Na ontvetting en ontkalking heeft desinfectie (het doden van bacteriën) het meeste resultaat. 
• Het schoonmaken van hout in de sauna (zoals de saunabanken) dient te gebeuren met een saunareiniger op basis van waterstofperoxide

Dosering

Hoeveel je van het product mag gebruiken.

Alle schoonmaakmiddelen hebben een dosering op het etiket

1. WAAR
2. NIET WAAR

Schoonmaakregels

Hoe scheiden we afval?

Reinheidsniveau

Hoe schoon moet een ruimte zijn?

1. Ruwschoon
2. Huishoudelijk schoon
3. Smetschoon

Niveaus van schoonmaken

Ruwschoon 

Huishoudelijk schoon 

Smetschoon 

Hoe schoon een ruimte moet zijn, hangt af van het reinigingsniveau

1. Ruwschoon
   
   Je stelt dan lage eisen aan de schoonmaakgraad. Een ontvangsthal of een berging mogen ruwschoon zijn. Ze zouden schoner kunnen zijn, maar dat is niet nodig.
   
   
2. Huishoudelijk schoon.
   De ruimte is dan optisch schoon. Dat betekent dat al het zichtbare vuil is verwijderd. Er zijn dan nog wel bacteriën aanwezig.
   
   
3. Smetschoon.
   Een operatiekamer moet smetschoon zijn. Dat betekent dat micro-organismen gedood zijn.

Ruwschoon
Welke ruimte hoort niet ruwschoon zijn.

1. De huiskamer
2. Een schuur
3. Een garage
4. Een kelder

Een operatiekamer moet ruwschoon zijn

1. Waar
2. Niet waar

De drie reinheidsniveaus zijn:

1. ruwschoon, huishoudelijk schoon, smetschoon
2. best schoon, huishoudelijk schoon, smetschoon
3. ruwschoon, glimmend schoon, smetschoon
4. veegschoon, huishoudelijk schoon, smetschoon

Ruwschoon

Huishoudelijk schoon

Smetschoon

Textiel is

1. Een kledingstuk met polyester
2. Een geweven stof
3. Een wasmiddel op biologische wijze
4. Een maaltijd voor kinderen vanaf 4

Wat staat er op het samenstellingsetiket?

1. Hoe je de was moet wassen
2. Waar het textiel van is gemaakt
3. De wasvoorschriften
4. Wassymbolen

Wat staat er op een behandelingsetiket?

1. Van welk materiaal het textielproduct gemaakt is
2. Hoe belangrijk het is om dit product te wassen.
3. Hoe te behandelen tijdens het wassen
4. Hoe het textiel samengesteld is

Is dit een samenstellingsetiket of behandelingsetiket?

1. Samenstellingsetiket
2. Behandelingsetiket

Wat hoort waar?

https://rova.nl/scheidingswijzer