Coördineren van zorg
1 / 16
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Coördinatie
van zorg
Waar denk je aan?
van zorg
Waar denk je aan?
Slide 3 - Woordweb
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Lees de volgende stelling.
“Het is de taak en de verantwoordelijkheid van een verzorgende IG/MZ om de zorg rondom een zorgvrager te coördineren”.
Bedenk één argument voor en één argument tegen deze stelling.
“Het is de taak en de verantwoordelijkheid van een verzorgende IG/MZ om de zorg rondom een zorgvrager te coördineren”.
Bedenk één argument voor en één argument tegen deze stelling.
Slide 9 - Open vraag
Lees de volgende stelling.
“Helpende of zorgassistenten mogen geen zorg coördineren.”
Bedenk één argument voor en één argument tegen deze stelling.
“Helpende of zorgassistenten mogen geen zorg coördineren.”
Bedenk één argument voor en één argument tegen deze stelling.
Slide 10 - Open vraag
Door de zorg te coördineren waarborg je continuïteit
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quizvraag
Door de verschillende onderdelen van de zorg op elkaar af te stemmen voorkom je dat dingen dubbel worden gedaan
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Het coördineren van zorg is een onderdeel van elke stap in het zorgproces
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Bij een goede coördinatie is de zorg afgestemd op de situatie, wensen en behoeften van een zorgvrager
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Bij het coördineren van zorg houd je rekening met de mogelijkheden voor zelfzorg
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Een goede overdracht zorgt voor continuïteit tussen diensten
A
juist
B
onjuist
