4.1 Het skelet 1HV

• Biologie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

B1 Het skelet

• Jas uit
• Spullen op tafel

       Laptop/Leerwerkboek

       Schrift

• Tas van tafel
• Lees blz. 8 t/m 10

Kennen/Kunnen

• Onthouden: Ik kan de verschillende botten in het skelet herkennen en benoemen door ze correct aan te wijzen op een afbeelding.
• Onthouden: Ik kan de vier belangrijkste taken van het skelet opsommen door ze duidelijk en volledig te noemen.

Huiswerk T4 B1

Opdr. 1 t/m 7

OF uitdaging

Opdr. 5 t/m 9

Denken-Delen-Uitwisselen

• Denken: Werk zelfstandig de opdracht uit.
• Schrijf alle letters van het alfabet in drie kolommen op een pagina in je schrift
• Probeer voor elke letter een woord te schrijven dat te maken heeft met het skelet

• Delen: Vergelijk je uitwerking met je buur, vul aan en verbeter. 
• Uitwisselen: Klassikaal bespreken.

Borstkas = ribben en borstbeen

Romp = het deel waar ledematen en hoofd aan vast zitten

Ledemaat = Een arm of been

Belangrijke onderdelen

Bekkengordel = botten ter hoogte van de heupen

Schoudergordel = de botten ter hoogte van de schouders

schedel

sleutelbeen

schouderblad

borstbeen

rib

opperarmbeen

wervel

ellepijp

spaakbeen

handwortelbeentjes

vingerkootjes

dijbeen

knieschijf

kuitbeen

scheenbeen

voetwortelbeentjes

middenvoetsbeentjes

bekken

Wat is het nut van een skelet?

Functies

Het skelet heeft 4 functies:

1. Geeft stevigheid
2. Maakt beweging mogelijk
3. Beschermt organen
4. Geeft vorm aan je lichaam

In sommige botten zit beenmerg.

In het beenmerg wordt je bloed gemaakt

5?

Ga aan de slag met: T4 B1

• Blz. 8 t/m 15
  
• Opdr. 1 t/m 7

OF uitdaging

• Opdr. 5 t/m 9

5 alleen de namen naast het skelet schrijven

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zs = Werken in stilte

• Geen vinger opsteken
• Aan het werk
• Stil en stoor niemand
• Blijf op je plek

Ga aan de slag met: T4 B1

• Blz. 8 t/m 15
• Opdr. 1 t/m 7

OF uitdaging

• Opdr. 5 t/m 9

5 alleen de namen naast het skelet schrijven

Klaar met het bovenstaande?

• Verder werken/lezen
• Samenvatten
• Ander huiswerk
• Boek lezen

Zf = Werken met fluisteren

• Geen vinger opsteken
• De docent komt langs
• Aan het werk
• Fluister alleen met de persoon naast je
• Blijf op je plek

De 4 functies van het skelet zijn?

Opruimdienst

Vandaag zijn dit

• Tafels leeg en recht
• Stoelen aangeschoven
• Grond vrij van afval

Schedel

Sleutelbeen

schouderblad

borstbeen

Rib

opperarmbeen

wervel

ellepijp

spaakbeen

handwortelbeentjes

vingerkootjes

dijbeen

knieschijf

kuitbeen

scheenbeen

voetwortelbeentjes

middenvoetsbeentjes

bekken