Oefentoets naamvallen

Leerdoel:
Ik kan de naamvallen toepassen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoel:
Ik kan de naamvallen toepassen

Slide 1 - Tekstslide

Koppel de juiste vertaling van de voorzetsels met de vierde naamval aan elkaar
door
voor
zonder
om
tot
tegen
durch
für
ohne
um
bis
gegen

Slide 2 - Sleepvraag

sleep de voorzetsels naar de juiste naamval.
3e  naamval
4e naamval
aus

bei
mit
nach
seit
von
zu
außer
durch
für
ohne
um
bis
gegen
entlang

Slide 3 - Sleepvraag

Neem voor de volgende opdrachten je stencil met de schema's erbij
of je boek blz 160 + 161

Slide 4 - Tekstslide

Was hast du [de kinderen] alles erzählt?
A
die Kinder
B
den Kinderen
C
die Kindern
D
den Kindern

Slide 5 - Quizvraag

Ich habe [de] Bäcker einen zehn Euroschein gegeben.

A
der
B
des
C
dem
D
den

Slide 6 - Quizvraag

Wie heißt d… Trainer(m) von euerer Mannschaft?

Slide 7 - Open vraag

Wo ist dein… Buch (o)?

Slide 8 - Open vraag

Möchtest du ein… Teller (m) Suppe?

Slide 9 - Open vraag

Nein, ich möchte ein… Tasse Tee.

Slide 10 - Open vraag

Ihre Mutter hat ein… Möbelgeschäft (o).

Slide 11 - Open vraag

Was gibst du dein…. Schwester?

Slide 12 - Open vraag

Eva hat schon wieder ihr…. Hausaufgaben (mv) vergessen!

Slide 13 - Open vraag

Wir fahren jedes Jahr (o) zweimal mit d…. Zug (m) nach Köln.

Slide 14 - Open vraag

Alle Herren (mv) hatten ein…. schwarzen Anzug (m) an.

Slide 15 - Open vraag

Mein Nachbar schenkt sein…. Frau zum Geburtstag kein Geschenk.

Slide 16 - Open vraag

Die Eltern schenkten (hem) Geld.

Slide 17 - Open vraag

Ich gratuliere meiner
Mutter zu ihr.........
Geburtstag.

Slide 18 - Open vraag

Morgen gebe ich ('jou')
einen
Blumenstrauß.

Slide 19 - Open vraag

Josef kauft (hem)
Blumen.

Slide 20 - Open vraag

Willst du dich zu (mij)
setzen?

Slide 21 - Open vraag

Jungs, ich möchte ich mich bei (jullie)
bedanken.

Slide 22 - Open vraag

„Ich bin gleich bei (jou)
“, sagte der Kellner zu den Gästen.

Slide 23 - Open vraag

Herr Mayer, können Sie etwas für (mij)
tun?

Slide 24 - Open vraag

Selbstverständlich, was kann ich denn für (jou) tun?

Slide 25 - Open vraag

Wir haben einen lieben Hund. Wir fahren nie in den Urlaub ohne
(hem).

Slide 26 - Open vraag

Es gibt genug Leute, die sich um
(jou) kümmern.

Slide 27 - Open vraag

Die Mutter gibt (de).... Kindern
eine Banane.

Slide 28 - Open vraag

Nach d...... Deutschstunde (v) fahren wir immer nach Hause.

Slide 29 - Open vraag

Ik kan de naamvallen toepassen
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll