Reading and writing sentences (Word order)

Word Order: writing sentences
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Word Order: writing sentences

Slide 1 - Tekstslide

Woordvolgorde Engels

Slide 2 - Tekstslide

Maak de correcte woordvolgorder
1
2
3
4
5
wie
doet
wat
waar
wanneer

Slide 3 - Sleepvraag

Woordvolgorde

Je zet altijd de _________ voor de tijd ____________
Plaats
Tijd

Slide 4 - Sleepvraag

Zet onderstaande onderdelen in de juiste volgrode:
Persoon
Werkwoord
Plaats
Tijd

Slide 5 - Sleepvraag

tijd (wanneer?)
plaats (waar?)

Slide 6 - Sleepvraag

Word Order

What is the correct word order?
A
You there went last Monday.
B
You there last Monday went.
C
You went last Monday there.
D
You went there last Monday.

Slide 7 - Quizvraag

Word Order

What is the correct word order?
A
Danny went to school yesterday.
B
Went Danny to school yesterday.
C
To school went Danny yesterday.
D
Danny to school went yesterday.

Slide 8 - Quizvraag

Woordvolgorde
walk
My mum and dad
every afternoon
in the park

Slide 9 - Sleepvraag

have dinner
We
at 5 o'clock
in the livingroom

Slide 10 - Sleepvraag

wie?
doet?
bijv. nw
wat?
waar?
wanneer?
Woordvolgorde met een bijvoegelijk naamwoord
We
outside
film
watched
last summer
a funny

Slide 11 - Sleepvraag

Woordvolgorde met een bijvoegelijk naamwoord
a good
yesterday
children
The young
had
time

Slide 12 - Sleepvraag

Woordvolgorde met een bijvoegelijk naamwoord
I
in the store
saw
last week
dress
a beautiful

Slide 13 - Sleepvraag