Quiz - BB - 3.2 - Wie heeft de macht?
Nederland is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
1 / 20
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Nederland is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 1 - Quizvraag
Je mag demonstreren.
A
Dictatuur
B
democratie
C
Dictatuur en democratie
Slide 2 - Quizvraag
Er zijn meer rechten dan plichten.
A
Dictatuur
B
Democratie
Slide 3 - Quizvraag
Hier worden eerlijke verkiezingen gehouden
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 4 - Quizvraag
Burgers hebben de minste vrijheid in een:
A
Dictatuur
B
democratie
Slide 5 - Quizvraag
Er zijn meer plichten dan rechten.
A
Dictatuur
B
Democratie
Slide 6 - Quizvraag
Hoort de zin bij democratie of dictatuur?
"Kritiek op de overheid geven mag niet"
"Kritiek op de overheid geven mag niet"
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 7 - Quizvraag
China heeft een aantal sociale media geblokkeerd. Is dat een kenmerk van een democratie of van een dictatuur?
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 8 - Quizvraag
De overheid kan burgers plichten opleggen. Dit gebeurt:
A
In een dictatuur
B
In een democratie
C
In een dictatuur en een democratie
Slide 9 - Quizvraag
Een land waarin de macht bij het volk ligt, is een..
A
Dictatuur
B
Democratie
C
Rechtsstaat
Slide 10 - Quizvraag
De overheid bepaalt wat de media mag berichten
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 11 - Quizvraag
Wie heeft de macht in een democratie?
A
De regering
B
De overheid
C
De dictator
D
Het volk
Slide 12 - Quizvraag
Welke zinnen zijn juist?
In een dictatuur:
1. hebben burgers mensenrechten.
2. bepalen de leiders wat de media mogen schrijven of uitzenden.
In een dictatuur:
1. hebben burgers mensenrechten.
2. bepalen de leiders wat de media mogen schrijven of uitzenden.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 13 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. In de grondwet staat dat burgers mensenrechten hebben.
2. In een dictatuur hebben de burgers alle macht.
1. In de grondwet staat dat burgers mensenrechten hebben.
2. In een dictatuur hebben de burgers alle macht.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist
Slide 14 - Quizvraag
Hoe komen de leiders in een dictatuur (meestal) aan de macht?
A
Door de macht te grijpen met steun van de bevolking.
B
Door de macht te krijgen van de bevolking.
C
Door de macht te krijgen via verkiezingen.
D
Door de macht te grijpen met hulp van het leger.
Slide 15 - Quizvraag
Wat is een dictatuur?
A
Een manier om een land te besturen waarbij iedereen meebeslist.
B
Een apparaat om geluid mee op te nemen.
C
Een manier om een land te besturen waarbij 1 persoon alles bepaalt.
D
Een manier om zomer- en wintertijd aan te geven.
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn 'rechten'?
A
Belangrijke dingen die je mag doen
B
Plichten in een democratie
C
Plichten in een dictatuur
D
Belangrijke dingen je moet doen
Slide 17 - Quizvraag
welk van de volgende landen is een dictatuur
A
Nederland
B
Noord-Korea
C
Frankrijk
D
Zuid-Korea
Slide 18 - Quizvraag
Een persoon of kleine groep is de baas van het land, dit is een...
A
Democratie
B
Dictatuur
Slide 19 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen rechten en plichten?
A
Rechten en plichten zijn hetzelfde
B
Rechten zijn dingen die je moet, plichten dingen die je mag
C
Rechten hebben we niet in Nederland, plichten wel
D
Rechten zijn dingen die je mag en plichten zijn dingen die je moet
