Argumentatie

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Als het warmer is dan 25 graden moeten alle lessen buiten worden gegeven.

1. Dit is een positief standpunt.
2. Dit is een negatief standpunt.

Mark Rutte mag niet opnieuw minister-president worden.

1. Dit is een positief standpunt.
2. Dit is een negatief standpunt.

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten. Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie en als je je camera aan hebt, let je beter op. Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.

Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.

Het praat gewoon makkelijker als je elkaar ziet.

Tijdens een online les moet iedereen de camera aanzetten.

Als je je camera aan hebt, let je beter op.

Als je elkaar kunt zien, is er meer interactie.

Ik kan maar beter geen roomijsje nemen, want ik heb een koe
melkallergie.

1. Dit is een feitelijk argument.
2. Dit is een waarderend argument.

Het is echt geweldig om lekker door de modder te gaan, dus je moet echt meedoen aan die mudrun!

1. Dit is een feitelijk argument.
2. Dit is een waarderend argument.

Hoe heet deze argumentatie-structuur?

1. enkelvoudige argumentatie
2. onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke arg.
4. nevenschikkende argumentatie met afhankelijke arg.

Argumentatieschema

Het verband tussen standpunt en argument

oorzaak-gevolg

kenmerk of eigenschap

voor- en nadelen

voorbeelden

autoriteit

vergelijking

Het zal me niet verbazen dat we straks allemaal buikpijn hebben, want het vlees was slecht doorbakken.

Je moet zonnecellen op het dak plaatsen: dat is goed voor het milieu en voor je portemonnee.

Jeroen is eigenlijk nog een groot kind, want hij speelt het liefst nog met zijn piratenlego.

Je kunt absoluut niet op hem rekenen. Zo vergat hij zijn deel van het dossier in te leveren en kwam hij niet opdagen bij de afspraak.

De Eerste Kamer heeft het verbod op de rituele slacht tegengehouden. Het wetsvoorstel van de Partij voor de Dieren over de vleestaks zal het dus ook niet halen.

Hoe heet deze argumentatie-structuur?

1. enkelvoudige argumentatie
2. onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke arg.
4. nevenschikkende argumentatie met afhankelijke arg.

Hoe heet deze argumentatie-structuur?

1. enkelvoudige argumentatie
2. onderschikkende argumentatie
3. nevenschikkende argumentatie met onafhankelijke arg.
4. nevenschikkende argumentatie met afhankelijke arg.

Wat voor soort argumentatie is dit?

1. enkelvoudige argumentatie
2. meervoudige argumentatie
3. meervoudige onderschikkende argumentatie
4. onderschikkende argumentatie

Vul het argumentatieschema op de juiste manier in.

Het idee om vossen terug te laten keren in de weilanden is onzin.

Vossen zijn helemaal nooit weggeweest (maar de vossenstand wordt op peil gehouden door goed wildbeheer).

Vossen moet je niet willen in een vogelrijke polder.

Vossen zullen vooral weidevogels en hun jonkies te grazen nemen.

Wat voor soort argumentatie is dit?

1. meervoudige argumentatie
2. enkelvoudige argumentatie
3. onderschikkende argumentatie
4. meervoudige onderschikkende argumentatie

Welk type argumentatie herken je?

Ik geloof niet dat de VS en hun bondgenoten de oorlog tegen IS alleen met bombardementen kunnen winnen. Heb je dat commentaar van die Amerikaanse generaal in Nieuwsuur niet gehoord?

1. voorbeeld
2. autoriteit
3. kenmerk of eigenschap
4. vergelijking

Welk type argumentatie herken je?

Door veel te lezen vergroot je je tekstbegrip. Het is net zoiets als schrijven: dat leer je ook alleen goed door het vaak te doen.

1. voorbeeld
2. autoriteit
3. kenmerk of eigenschap
4. vergelijking

Ik ben onschuldig, tot het tegendeel is bewezen.
Drogreden:

1. Onjuiste vergelijking
2. Beroep op traditie
3. Verschuiving van de bewijslast

De tijd na je eindexamen is het mooist, want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren: op kamers wonen, de opleiding van je dromen volgen en veel nieuwe mensen ontmoeten.

Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.

veel nieuwe mensen ontmoeten.

De tijd na je eindexamen is het mooist,

op kamers wonen,

de opleiding van je dromen volgen

want dan gaan er veel leuke dingen gebeuren:

Welke drogreden?
"Ik ben directeur omdat ik het hier voor het zeggen heb!"

1. ontduiken van de bewijslast
2. verkeerde vergelijking
3. cirkelredenering
4. onjuist beroep op autoriteit

Iedereen snapt dat de docent altijd gelijk heeft, is een drogreden op basis van

1. bespelen publiek
2. autoriteit
3. voor-nadelen
4. ontduiken bewijslast

Welk type drogreden? "Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief!"

1. Cirkelredenering
2. Overhaaste generalisatie
3. Verkeerde vergelijking
4. Onjuiste oorzaak-gevolg

Van welke type argumentatie is sprake?
Series kunnen verslavend zijn. Kijk maar naar mijn buurvrouw die van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat kijkt.

1. Argumentatie op basis van een feit
2. Argumentatie op basis van een gevolg
3. Argumentatie op basis van een voorbeeld
4. Argumentatie op basis van een vermoeden

Van welk type argumentatie is sprake?
Nederland moet meedoen met de ontwikkeling van de nieuwe straaljager, want dat levert werkgelegenheid op. En werkgelegenheid is goed voor de economie.

1. Argumentatie op basis van vergelijking
2. Argumentatie op basis van voor- en nadelen.
3. Argumentatie op basis van autoriteit
4. Argumentatie op basis van voorbeelden

Welke drogreden?
"Dat weet iedereen, dat hoef ik niet uit te leggen."

1. Onjuist beroep op autoriteit
2. Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
3. Ontduiken bewijslast

Welke drogreden?
''Je moet zo’n veganistische hipster nooit geloven.''

1. Cirkelredenering
2. Persoonlijke aanval
3. Ontduiken van bewijslast
4. Bespelen van het publiek

'Als je deze tandpasta gebruikt, zul je nooit meer gaatjes hebben.'
Drogreden:

1. verkeerde vergelijking
2. vals dilemma
3. overdrijven voor- of nadelen
4. onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema

Van welke type argumentatie is sprake?
Natuurlijk mag je het woord epibreren neerleggen bij Scrabble of Wordfeud; het staat immers in Van Dale.

1. Argument op basis van kenmerk of eigenschap
2. Argument op basis van vergelijking
3. Argument op basis van voor-nadelen
4. Argument op basis van autoriteit/gezag

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?

1. Aanleiding
2. Uitwerking
3. Verklaring
4. Constatering

Functiewoorden
Wat is een aanbeveling?

1. Een omschrijving van een probleem.
2. Een goede raad.
3. Een reactie op een bepaalde mening.
4. Een uitleg van een verschijnsel.

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit. Je bent meer ontspannen en met je ogen dicht kun je beter luisteren, want je wordt nergens door afgeleid.

Zet alles op de juiste plek in het argumentatieschema.

Met je ogen dicht kun je beter luisteren.

Je bent meer ontspannen.

Liggend naar een liveconcert luisteren is echt anders dan wanneer je op een stoel zit.

Je wordt nergens door afgeleid.

Wat is de betekenis van het functiewoord 'relativering'?

1. De schrijver zwakt iets af
2. De schrijver zet iets op een rijtje
3. Feiten waarmee de schrijver een stelling probeert te bewijzen
4. Iets wat eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren

Het functiewoord 'aanleiding' betekent ...

1. Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
2. Vaststelling van een feit of verschijnsel
3. Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
4. Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?

1. Aanbeveling
2. Aanleiding
3. Probleemstelling
4. Uitwerking

Welk functiewoord
hoort bij deze tekst?

1. anekdote
2. voorwaarde
3. definitie
4. verklaring

Functiewoorden. Wat is een nuancering?

1. Geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt iets af
2. Legt uit waarom iemand iets doet of vindt
3. doet een uitspraak die logisch voortvloeit uit eerder gevolgde redeneringen
4. stemt met iets in, als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan

Een voorbeeld van een drogreden was een cirkelredenering? Welke optie hieronder is een cirkelredenering?

1. Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het risico's geeft
2. Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat je niet alles op tijd kunt zien aankomen
3. Te snel rijden is gevaarlijk. Mijn oom heeft zo een ongeluk gemaakt.
4. Te snel rijden is gevaarlijk. Dat komt omdat het milieu onvriendelijk is

"Amsterdam: je houdt ervan, of je haat het er!"


Welke drogreden is dit?

1. Onjuiste autoriteit
2. Vals dilemma
3. Overhaaste generalisatie
4. Onjuist kenmerk/eigenschap

Stop de hobbyjacht. Het is toch ontoelaatbaar dat jaarlijks ruim één miljoen dieren doodgeschoten wordt voor de lol van een kleine groep jagers.
Welk type argumentatie is dit?

1. feitelijke argumentatie
2. op basis van ervaring
3. een persoonlijke overtuiging

Met een opleiding in de zorg heb je een goede kans op een baan, want er komen steeds meer ouderen in Nederland.
Welk type argumentatie herken je?

1. normen en waarden
2. op basis van vermoedens
3. op basis van onderzoeksresultaten
4. op basis van feiten

Welke drogreden?

1. Verkeerde autoriteit
2. Onjuist beroep kenmerk/eigenschap
3. Verkeerde vergelijking
4. Onjuist beroep voor- en nadelen

Functiewoorden.
Wat is een weerlegging?

1. Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
2. Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
3. Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
4. Formulering van een probleem met de bedoeling het te gaan oplossen