3.5 uitscheiding/ 3.6

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

welkom

Ga rustig zitten

en pak je spullen er bij

lesdoel

1. je kan de werking van de nieren benoemen.
2. je kan benoemen wat antistoffen zijn.
3. je kan benoemen wat een infectie is.

wat gaan we doen?

herhaling 3.2/3.3

aan de slag

huiswerk bespreken

uitleg

aan de slag

slagaders

Slagaders lopen van het hart af. Er staat erg veel

druk op deze bloedvaten omdat het hart met veel
kracht bloed pompt. De wand van de slagaders zijn erg dik zodat ze tegen de druk kunnen. 

aders

Aders lopen naar het hart toe, er staat minder druk op deze bloedvaten. De wand van deze vaten zijn een stuk dunner dan die van slagaderen.

wat is de functie van een witte bloedcel

1. bloedstolling
2. afweer tegen ziekte verwekkers
3. zuurstof transport

Een ader...

1. Vervoert bloed naar het hart toe
2. Vervoert bloed van het hart weg

Wat is een slagader?

1. stroomt naar het hart toe
2. stroomt van het hart af
3. kleine bloedvaten in je lichaam

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...

1. Dik en Hoog
2. Dik en Laag
3. Dun en Hoog
4. Dun en Laag

Het bloedvat dat naar de nieren stroomt noemen we

1. nier ader
2. nierslagader

het bloedvat dat door je been naar je hart loopt

1. Been ader
2. been slagader

Welk bloedvat is zuurstof rijk

1. Long slagader
2. Long ader
3. hals ader

aan de slag

maak opdracht 8 op blz 168

huiswerk bespreken

heb je het gemaakt?

1 t/m 7 vanaf blz164

de nieren

1e klas h1 wat doet een organisme allemaal

afvalstoffen moeten je lichaam uit

De filters van je lichaam

de drie lagen van becherming

je lichaam heeft 3 verschillende beschermingssystemen om ziekteverwekkers buiten te houden. 

deze zijn eigenlijk het schild van je lichaam.

de huid

door je huid kan niet zomaar een bacterie naar binnen komen. alleen wanneer je huid beschadigd is door een wondje kan een bacterie naar binnen komen.

de slijmvliezen

in je neus en keel zitten slijmvliezen. aan de slijmvliezen blijven de meeste bacteriën en andere ziekte verwekkers hangen. vervolgens verplaatst dit slijm zich naar de maag.

zoutzuur (in de maag)

zoals in hoofdstuk twee al eerder is besproken, je maag bevat zout zuur. zout zuur is een bijtende stof waar geen bacterie of andere ziekteverwekker tegen kan.

aan de slag

1,2 en 3

blz 170