2HVW Formuleren variatie in zinsopbouw

Welkom!
Nederlands
2hvw

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
2hvw

Slide 1 - Tekstslide

- Tien minuten lezen
- Bespreken opdrachten H1 
- Theorie H2: variatie in zinsopbouw
- Oefenen
- Aan de slag!

Doel: 
- Je kunt variatie in een tekst aanbrengen op het gebied van woordkeuze en zinsopbouw
Planning

Slide 2 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, Persoonsvorm, Andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
Variatie in zinsopbouw

Slide 3 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 4 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 5 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
APO: Mijn huiswerk maak ik.
Variatie in zinsopbouw
onderwerp
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 6 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
OP: Ik eet.
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
onderwerp

Slide 7 - Tekstslide

Zinnen kun je op verschillende manier opbouwen. 
Je bouwstenen zijn : het Onderwerp, persoonsvorm, andere zinsdelen.

Bijv. 
OPA:  Ik maak mijn huiswerk.
POA: Maak ik mijn huiswerk?
PA: Maak je huiswerk!
Variatie in zinsopbouw
persoonvorm
ander zinsdeel

Slide 8 - Tekstslide

Welke opbouw heeft deze zin:
In de les heeft niet elke leerling iets gedaan.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 9 - Quizvraag

Welke opbouw heeft deze zin:
De opdrachten zijn nog lang niet af
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 10 - Quizvraag

Welke opbouw heeft deze zin:
Schrijf nu het antwoord op!
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 11 - Quizvraag

Welke opbouw heeft deze zin:
Vergeet je je huiswerk niet te maken?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 12 - Quizvraag

Zet de volgende zin in de opbouw APO:

Ik wil de container niet buiten zetten.
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Zet de volgende zin in de opbouw POA:

In de middag gaat zij graag naar haar oma toe.
timer
1:00

Slide 14 - Open vraag

Zet de volgende zin in de opbouw PA:

Zij legt de boeken op tafel.
timer
1:00

Slide 15 - Open vraag

Wat:  
Maak Formuleren H2: Opdracht Start, 1, 2, 3.
Hoe? Je mag kiezen of je het online of in je schrift maakt. Heb je nu geen laptop, dan maak je het in je schrift. 
Wanneer: Maandag 6 maart moet dit af zijn.
Waar moet je op letten: Hoe kun je de tekst zo schrijven dat je niet in herhaling valt, maar toch wel begrijpelijk blijft? Het doel is om een tekst zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Varieer in woordgebruik en zinsopbouw.
 

Aan de slag:

Slide 16 - Tekstslide