Mentorles - Engels maandag 11 mei 2020 klas 1H

• Engels
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Mentorles/Engels

Maandag 11 mei 2020

Te bespreken:

1. Week 20!
2. HV'tjes week 19....
3. Engels week 20

Mentorzaken

Maandag 11 mei 2020

1. Zoom-lessen; kijk goed wanneer je wat hebt!
   
2. Verwacht wordt dat je aanwezig bent of afmelding met reden.
3. Aantal hv'tjes in Magister....

Engels 

week 20

Klassikale uitleg via Zoom:

• Uitspraak vocabulary 6.4
  
• Grammar 6.6; volgorde van adverbs
• Grammar 6.7; some/any
• Huiswerk week 20

Pronunciation vocabulary lesson 6.4

Let's do a round of pronunciation!

Listen to my example and repeat :)

Uitspraak words 6.4

Exercise 29 (havo) /31 (vwo):

Can you make combinations with the words?

Exercise 30:

Choose the correct synonym. A synonym is a different word which has the same meaning.

Grammar 6.6: opdracht 31

Havo (volgorde van adverbs)

adverb: 

Waar:

1. VOOR het hoofdwerkwoord
   
2. NA een vorm van het werkwoord 'to be'
   

I always kiss my sneakers in the morning.

I am always in time for school. 

'adverbs (bijwoorden) zijn woorden die een werkwoord, een ander bijwoord, een bijvoeglijk naamwoord, een hele zin of soms een zelfstandig naamwoord meer informatie over geven.'

Grammar 6.7; opdracht 32/34

havo + vwo

(hoeveelheden; some/any)

De woorden 'some' en 'any' betekenen beide 'enige', 'enkele' of 'een paar'. 'Not.......any' betekent 'geen'.

1. Some gebruik je bij bevestigende zinnen:

I have got some apples left.

2. Any gebruik je bij vragende zinnen:

Have you got any apples?

3. Not.....any gebruik je bij ontkenningen:

I haven't got any apples.

LET OP!

4. Some kun je bij vragen gebruiken als het antwoord ja zal zijn:

Mother, can I have some milk please?

Bekijk hier de uitleg van Mr Janssen over dit onderwerp!

Grammar 6.8; opdracht 35

vwo (bezit; 's / s' or....of...)

's of ' achter een woord geeft het bezit aan (van wie iets is).

Wanneer we over dingen of plaatsen praten dan gebruik je ....of...

1. Bij enkelvoud is het altijd 's.

VL's car. Your classmate's name. etc.

2. Bij meervoud eindigt het woord of '.

The parents' kids. The sneakers' colours. 

LET OP!

3. Wanneer de meervoudsvorm anders is 's:

The children's parents. The mice's tails.

4. Plaatsen, landen, dingen gebruik ....of.....

The capital of England is London. 

1. Waar komt het bijwoord?

Pat ___1___ walks ___2____, he travels by car. (never)

1. 1
2. 2

2. Waar komt het bijwoord?

John ___1___ is ___2___ late, how?! (always)

1. 1
2. 2

3. Waar komt het bijwoord?

We ___1___ eat ___2___ at ABC restaurant. (often)

1. 1
2. 2

4. Some of any?

I do not own _________ pets.

1. some
2. any

5. Some of any?

I own _________ cats and dogs.

1. some
2. any

6. Some of any?

Do you have _______ questions?

1. some
2. any

Homework English week 20

Homework check = Friday 5 pm.

Havo:

- Study words 6.4

- Study the phrases of Unit 6

- Study grammar 6.6, 6.7

- Lesson 6.4: do 29, 30, 31, 32, 34

- Test week 20 in LessonUp; words 6.4 + phrases Unit 6 + grammar 6.6, 6.7

(the test will be online this Thursday, 8.30 am)

Vwo:

- Study words 6.4

- Study the phrases of 6.4

- Study grammar 6.7 and 6.8

- Lesson 6.4: do 31, 34, 35 and 36

- Test week 20 in LessonUp, words 6.4 + phrases Unit 6 + grammar 6.7, 6.8

(the test will be online this Thursday, 8.30 am)