H4.8 bijwoord (les 1 di)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui
  • je leerwerkboek
  • je iPad (log alvast in bij LessonUp)


Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • uitleg 4.8 nieuwe woordsoort
  • werkmoment
  • afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

4.8 Leerdoelen
• Bijwoorden benoemen.
• Verschil weten tussen bijwoord en bijvoeglijk naamwoord.


Woordsoorten: Je benoemt het woord apart.
                                psv    zww        lw       zn       bijwoord (bw)

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord voegt iets bij aan het zelfstandig naamwoord:

De auto - De grijze auto - De kleine, grijze auto - De kleine, vieze, grijze auto- De kleine, vieze, oude, grijze auto


Slide 4 - Tekstslide

4.8 bijwoorden
* categorie
* waar zegt het iets over

Slide 5 - Tekstslide

Categorie bijwoord

Slide 6 - Woordweb

ook, misschien, gelukkig, helaas

Slide 7 - Tekstslide

Waar zegt het bijwoord iets over?

Slide 8 - Woordweb

Bijwoord zegt iets over:
  • Misschien doe ik het. (bw zegt iets over de hele zin)
  • Dat vind ik een bijzonder mooie film. (bw zegt iets over het bn mooie)
  • Ze zaten allemaal buiten. (bw zegt iets over het werkwoord zaten)
  • Dat vind ik een heel erg mooie film. (bw zegt iets over het bw erg)

Een bijwoord is een woord dat bijvoorbeeld een tijd of plaats aangeeft, 
of zegt hoe, hoe vaak of hoeveel iets gebeurt.

Slide 9 - Tekstslide

Let op!
Welk(e), wat, wie, wat voor (een) = vragende voornaamwoord

Andere vraagwoorden zijn bijwoorden.
Wanneer, waarom, waarheen, hoe, waarmee

Slide 10 - Tekstslide

Werkmoment
  • Maak van 4.8: 1 t/m 4, 6 t/m 8 en 11.
  • Had je opdrachten 4.7 niet af? Maak deze later.
  • Donderdag verder met 4.9.
  • Maandag 13 juni: zelf opdrachten bijwerken.

Je mag zachtjes overleggen en muziek luisteren.
Ik loop rond voor vragen.
Gebruik theorie en/of groene LessonUp
met herhaling woordsoorten

Slide 11 - Tekstslide

Afsluiting
  • Donderdag verder met 4.9 spelling.
  • Bekijk de planner in Teams.
  • Denk je aan het lezen van je leesboek? 
vanaf 27-6 pitches

Slide 12 - Tekstslide