Domein 8.5: Lichamelijke en zintuiglijke beperkingen

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2

Lichamelijke en zintuiglijke beperkingen

De presentatoren

Even voorstellen...

Greetje, Inge, Marleen

Hoe zit je erbij?

😒🙁😐🙂😃

Leerdoelen

Na deze workshop:

• Kun je twee motorische stoornissen benoemen;
• Weet je wat een psychosomatische ziekte is;
• Kun je benoemen wat gehoor- en gezichtsstoornissen zijn;
• Weet je wanneer je chronisch ziek bent;
• Kun je drie begeleidingsadviezen benoemen t.a.v. lichamelijke en zintuiglijke beperkingen.

Oké, laat eens zien wat je nog weet!
Benoem wat je het meest is bijgebleven van de PPT.

Welke lichamelijke en zintuiglijke
beperkingen ken je?

Motorische stoornissen

Dyspraxie​
Dyspraxie wordt ook wel DCD genoemd. (Developmental Coordination Disorder) ​

Dit betekent een stoornis in de ontwikkeling van de coördinatie.​

​

Tics​

Een tic is een onwillekeurige, snelle, ongecontroleerde en stereotype beweging of vocale uiting.​

Psychosomatische ziekten

Pyschosomatische ziekte

Lichamelijke klachten die zijn ontstaan door psychische problemen. Bijvoorbeeld een burn-out of het chronisch vermoeidheidssyndroom. ​

​

SOLK

Somatisch Onverklaarde Lichamelijke Klachten. ​Lichamelijke klachten die niet goed te verklaren zijn.​

​

Gezichts- en gehoorstoornissen  

Auditieve beperking
Doofheid of slechthorendheid.​

• Prelinguaal doof = doof geboren of doof voordat de spraakontwikkeling in gang is gezet.​
• Postlinguaal doof = doof nadat de spraakontwikkeling in gang is gezet.​

​

Visuele beperking

Het zicht of het zien is beperkt.

Chronisch ziek; wanneer ben je dat?

• Er is een medische (wetenschappelijke onderbouwde) diagnose gesteld; ​
  
• De klachten zijn langdurig (drie tot zes maanden) of komen vaker dan drie keer per jaar terug ;​
  
• Er is sprake van langdurig medicijngebruik, langdurige behandeling en/of gebruik van hulpmiddelen;
  
• Somatisch of psychosomatisch.

Greetje vertelt...

Welke competenties heb je nodig bij het begeleiden van mensen met een lichamelijke of zintuiglijke beperking?

Wat vraagt werken met chronisch zieke mensen en mensen met een beperking van je?

Onder andere:

• Kunnen luisteren;
• Enthousiasme;
• Inlevingsvermogen;
• Daadkracht;
• Geduld;
• Creativiteit;
• Flexibiliteit;
• Mondig zijn;
• Aandacht.
  
  (Uit: Mensenwerk. Bassant & Bassant-Hensen, 2019, paragraaf 8.8, p. 185)

Zelfmanagement 

“De begeleider stelt het functioneren, de veerkracht en het vermogen centraal om de cliënt zelf vorm te laten geven aan het leven op een manier die bij hem past.” 
(Bassant & Bassant-Hensen, 2019)

Eén van de leerdoelen was: drie begeleidingsadviezen kunnen noemen. Beschrijf er drie.

Noem twee motorische stoornissen.

Wat is een psychosomatische ziekte?

Prelinguaal doof = je bent doof geboren of doof geworden voordat de spraakontwikkeling in gang is gezet

Ja

Nee

Wanneer ben je chronisch ziek?

Feedback over de workshop

Ga naar: https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=SJ5qAQu69EmX-KiDUhZOWJAt70Hn7N9IgB7ZKK9YfeFUQ00xNk5NQlhYM0tUUTJPUFZIRktESVhHWS4u 

                            

Of scan de QR-code: