H3 - week 38 - Les 1 -werkwoorden H3

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, di, wo, do, vrij

Slide 1 - Tekstslide

- Stillezen
- Werkwoorden H3 - dd/d - t/tt
- Werkwoorden afronden

Planning deze les:

Slide 2 - Tekstslide

- Je kunt in elke zin de juiste werkwoordsvorm kiezen
- Je maakt heel bewust een keuze voor een vorm van het werkwoord. 

Doel van de les

Slide 3 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 4 - Tekstslide

Allemaal herhaling, waar moet je op letten:

- In welke tijd staat een zin?
- Om hoeveel personen gaat het werkwoord?
- Is het de persoonsvorm? (of voltooid deelwoord, bijvoeg. naamwoord)
- Wat is de stam van het werkwoord?
Spelling werkwoorden:

Slide 5 - Tekstslide

Vul in : (let op vt)
Tot vorige week kon je op school gratis .....(printen), maar de schoolleiding heeft hier inmiddels een stokje voor .... (steken)

Slide 6 - Open vraag

Tot vorige week kon je op school gratis printen, maar de schoolleiding heeft hier inmiddels een stokje voor gestoken.


- In welke tijd staat een zin?
- Om hoeveel personen gaat het werkwoord?
- Is het de persoonsvorm? (of voltooid deelwoord, bijvoeg. naamwoord etc.)
- Wat is de stam van het werkwoord?
Spelling werkwoorden:
Infinitief
Voltooid deelwoord

Sterk werkwoord -en
persoonsvorm

Slide 7 - Tekstslide

Vul in: (let op, VT)
Famke ... (hechten) erg aan haar omafiets, maar ... (zwichten) toch voor een scooter toen ze 16 werd.

Slide 8 - Open vraag

Famke hechtte erg aan haar omafiets, maar zwichtte toch voor een scooter toen ze 16 werd.


- In welke tijd staat een zin?
- Om hoeveel personen gaat het werkwoord?
- Is het de persoonsvorm? (of voltooid deelwoord, bijvoeg. naamwoord)
- Wat is de stam van het werkwoord?
Spelling werkwoorden:
persoonvorm vt
Stam + te
hecht + te
persoonvorm vt
Stam + te
zwicht + te

Slide 9 - Tekstslide

Vul in: (let op, VT)
De brandweer .... (inspecteren) het .... (verwoesten) appartement om de oorzaak van de brand te kunnen achterhalen

Slide 10 - Open vraag

De brandweer inspecteerde het verwoeste appartement om de oorzaak van de brand te kunnen achterhalen

- In welke tijd staat een zin?
- Om hoeveel personen gaat het werkwoord?
- Is het de persoonsvorm? (of voltooid deelwoord, bijvoeg. naamwoord)
- Wat is de stam van het werkwoord?
Spelling werkwoorden:
persoonvorm vt 
Stam + de (enkelv.)
inspecteer + de
bijvoeglijk naamwoord
=
zo kort mogelijk

Slide 11 - Tekstslide

Wat:
Spelling werkwoorden H3 - alle opdrachten uit de leerlijn.

Klaar? - Leer voor de SO 


Wanneer:
Aan het einde van deze week heb je dit af. 


Aan de slag:

Slide 12 - Tekstslide

Voor de les:
- Leer de woorden van H1 en H2 - SO donderdag/vrijdag
- Neem een leesboek mee
- Zorg dat het werk uit de planner af is (spelling werkwoorden).

Succes!
Volgende les:

Slide 13 - Tekstslide