Onderwerp & lijdend voorwerp

Vorige les
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Vorige les
- Persoonsvorm
- Werkwoordelijk gezegde

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over de persoonsvorm?

Slide 2 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nog over het werkwoordelijk gezegde?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het onderwerp?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp
Wie of wat doet iets in de zin.

Je vindt het onderwerp door te vragen:
wie/wat + werkwoordelijk gezegde

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Willem fietste naar school
Wat is de pv?
Wat is het wwg?
Wat is het onw?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hij liet Roos niet uitpraten
Wat is de pv?
Wat is het wwg?
Wat is het onw?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ik leer het onderwerp te vinden.

Wat is het onderwerp?
A
Ik
B
leer
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als onderwerp voor hun werkstuk kozen ze pooldieren.
Onderwerp=
A
Als onderwerp
B
pooldieren
C
kozen
D
ze

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp?

Mevrouw Van Til legt het onderwerp uit.
A
Mevrouw Van Til
B
legt
C
het onderwerp
D
uit

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Groep 7/8 leert het onderwerp vinden.

Wat is het onderwerp?
A
groep 7/8
B
leert
C
het onderwerp
D
vinden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik kom vanavond een uurtje later.
Wat is het onderwerp in deze zin?
A
een uurtje = onderwerp
B
ik = onderwerp

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het lijdend voorwerp
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 13 - Tekstslide

Vertel het doel van de les: Aan het einde van deze les kun je het lijdend voorwerp van een zin vinden. Je leert dat je hiervoor eerst de stappen doorloopt die we tot nu toe al hebben geleerd.
lijdend voorwerp
Voorbeeld het lijdend voorwerp

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lijdend voorwerp (lv)
  • Het lijdend voorwerp is een zinsdeel. 
  • Bij het lijdend voorwerp 'overkomt iemand' of 'ondergaat een onderwerp' iets. 
  • Niet iedere zin heeft een lv.
  • Een lv begint NOOIT met een voorzetsel.

  • Wat + pv/wg + ow? = lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp (lv)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
gekeken.
Het lijdend voorwerp
We 
hebben
vanavond
een serie 

Slide 17 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
altijd 
Het lijdend voorwerp

Waar
zet
jij 
jouw racefiets
neer?

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Lijdend voorwerp
Julia en Kim
gaven
aan hun moeder
een cadeautje

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het lijdend voorwerp?
De handbaltrainer zet het wedstrijdschema op Facebook. 
.
Het lijdend voorwerp
De handbaltrainer
zet
het wedstrijdschema
op Facebook.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies