* Het is al wat langer licht.
* De zon heeft al meer kracht en de temperatuur kan best al heel aangenaam zijn.
* De knoppen van bomen en struiken gaan uitlopen en je ziet overal bloesem.
* Je ziet veel knol- en bolgewassen, zoals krokussen, narcissen, tulpen en hyacinten.
* Dieren komen uit hun winterslaap of winterrust.
* Er worden veel jonge dieren geboren