4.2 Wat is er thuis verzekerd?

Hoofdstuk 4
Kies je voor zekerheid? 
4.2 wat is er thuis verzekerd? 
1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 36 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 4
Kies je voor zekerheid? 
4.2 wat is er thuis verzekerd? 

Slide 1 - Tekstslide

4.2 wat is er thuis verzekerd? 
Lesplanning:
- Waar zijn we nu? 
- 4.2 wat is er thuis verzekerd deel 1 herhalen
- Opdracht 3 en 5 bespreken
- 4.2 wat is er thuis verzekerd? deel 2 uitleg
- Rekenvraag 5, 6 en 11 maken
- Rekenvraag 5, 6 en 11 bespreken
- 4.2 wat is er thuis verzekerd? afmaken
- Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Waar zijn we nu? 
SE-week in week 3: 15-19 januari 2024
De toets gaat over
HF3 en HF4

Planning: 
Vandaag: 4.2 afronden 
Volgende week: 4.3 en 4.4  zelf maken
Na de vakantie: 4.3 en 4.4 bespreken en alles herhalen

Slide 3 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarvoor een AVP dient.
- Je kunt het verschil tussen een inboedelverzekering en een opstalverzekering uitleggen. 
- Je kunt met gegeven informatie de premie voor een woonhuisverzekering berekenen. 
- Je kunt de schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.
- Je kunt bij indexering de schadevergoeding berekenen. 



Slide 4 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Schade aan een ander..
Wat betekent aansprakelijk? 

Slide 5 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Schade aan een ander..
Wat betekent aansprakelijk? 
AVP = Aansprakelijkheidsverzekering Particulieren

Slide 6 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Woonhuisverzekeringen
Inboedelverzekering
- Nieuwwaarde of dagwaarde
Opstalverzekering
- Herbouwwaarde 

Slide 7 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. 

Slide 8 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.
3b. 

Slide 9 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.
3b. 
3c. 

Slide 10 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.
3b. 
3c. € 6 × 12 = € 72 per jaar


Slide 11 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.
3b. 
3c. € 6 × 12 = € 72 per jaar
€ 72 – € 60 = € 12 


Slide 12 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
3a. Zonder kinderen is de kans op schade kleiner, dus is de premie lager. Voor een alleenstaande is de kans nog kleiner, dus is de premie nog lager.
3b. 
3c. € 6 × 12 = € 72 per jaar
€ 72 – € 60 = € 12 
€ 12 ÷ 72 × 100% = 16,7%


Slide 13 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
5a. 

Slide 14 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
5a. 91.760 ÷ 7.400.000 × 100% = 1,24%
5b. 

Slide 15 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
5a. 91.760 ÷ 7.400.000 × 100% = 1,24%
5b. Woningbranden: 4.070 × € 24.000 = € 97.680.000

Slide 16 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
5a. 91.760 ÷ 7.400.000 × 100% = 1,24%
5b. Woningbranden: 4.070 × € 24.000 = € 97.680.000
Woninginbraken: 91.760 × € 3.250 = € 298.220.

Slide 17 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Opdrachten bespreken: 3 en 5 
5a. 91.760 ÷ 7.400.000 × 100% = 1,24%
5b. Woningbranden: 4.070 × € 24.000 = € 97.680.000
Woninginbraken: 91.760 × € 3.250 = € 298.220.000
€ 97.680.000 + € 298.220.000 =  € 395.900.000

Slide 18 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Premie woonhuisverzekering berekenen

Slide 19 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Premie woonhuisverzekering berekenen
De herbouwwaarde van je huis is 320.000 euro. Het jaar premie is 1,20 per 1000 verzekerd bedrag.



Premie woonhuisverzekering = verzekerd bedrag : 1000 x premietarief

Slide 20 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Premie woonhuisverzekering berekenen
De herbouwwaarde van je huis is 320.000 euro. Het jaar premie is 1,20 per 1000 verzekerd bedrag.

320.000 : 1000 x 1,30 = 416

Premie woonhuisverzekering = verzekerd bedrag : 1000 x premietarief

Slide 21 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Schadevergoeding bij onderverzekering

Slide 22 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Schadevergoeding bij onderverzekering
Je inboedel is voor 70.000 verzekerd, terwijl die in werkelijkheid 85.000 waard is. Er is hevige lekkage, de schade aan je inboedel is 20.000. 



Schadevergoeding bij onderverzekering = verzekerd bedrag : werkelijke waarde x schade bedrag

Slide 23 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Schadevergoeding bij onderverzekering
Je inboedel is voor 70.000 verzekerd, terwijl die in werkelijkheid 85.000 waard is. Er is hevige lekkage, de schade aan je inboedel is 20.000. 

De schadevergoeding is: 70.000 : 85.000 x 20.000 = 16.471

Schadevergoeding bij onderverzekering = verzekerd bedrag : werkelijke waarde x schade bedrag

Slide 24 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Indexering

Slide 25 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Indexering
Je hebt je inboedel in het basisjaar verzekerd voor 30.000. Het indexcijfer voor de waarde van de inboedel is nu 104. 




Geïndexeerd bedrag = bedrag in basisjaar : 100 x indexcijfer

Slide 26 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Indexering
Je hebt je inboedel in het basisjaar verzekerd voor 30.000. Het indexcijfer voor de waarde van de inboedel is nu 104. 

Het verzekerd bedraag is nu: 30.000 : 100 x 104 = 31.200


Geïndexeerd bedrag = bedrag in basisjaar : 100 x indexcijfer

Slide 27 - Tekstslide

4.1 waarom verzeker je dat?
Aan de slag!
Maak rekenvragen 5, 6 en 11 op blz 122 en 123





We gaan het zo bespreken, iedereen kan de beurt krijgen. 













timer
5:00

Slide 28 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Bespreken opdracht 5, 6 en 11
5. 

Slide 29 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Bespreken opdracht 5, 6 en 11
5. € 75,25 ÷ 43 = € 1,75 

Slide 30 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Bespreken opdracht 5, 6 en 11
5. € 75,25 ÷ 43 = € 1,75 
standaardverzekering in regio B (zonder eigen risico)

6.

Slide 31 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Bespreken opdracht 5, 6 en 11
5. € 75,25 ÷ 43 = € 1,75 
standaardverzekering in regio B (zonder eigen risico)

6. € 200.000 ÷ € 250.000 × € 32.000 = € 25.600

11. 

Slide 32 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Bespreken opdracht 5, 6 en 11
5. € 75,25 ÷ 43 = € 1,75 
standaardverzekering in regio B (zonder eigen risico)

6. € 200.000 ÷ € 250.000 × € 32.000 = € 25.600

11. € 220.000 ÷ 100 × 118 = € 259.600

Slide 33 - Tekstslide

4.1 waarom verzeker je dat?
Aan de slag!
Maak opdracht 7 t/m 11 op blz 106 en 107. 





Volgende les gaan we het nakijken en bespreken. 













Slide 34 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Leerdoelen
- Je kunt uitleggen waarvoor een AVP dient.
- Je kunt het verschil tussen een inboedelverzekering en een opstalverzekering uitleggen. 
- Je kunt met gegeven informatie de premie voor een woonhuisverzekering berekenen. 
- Je kunt de schadevergoeding bij onderverzekering berekenen.
- Je kunt bij indexering de schadevergoeding berekenen. 



Slide 35 - Tekstslide

4.2 Wat is er thuis verzekerd?
Huiswerk en volgende week:
Na de vakantie moeten 4.3 en 4.4 af zijn. Je hebt volgende week tijd om daar aan te werken. Ik zal video's op magister zetten die je kan kijken. Na de vakantie zal ik de paragrafen herhalen en nogmaals met jullie doornemen. 

Fijne vakantie en tot volgend jaar!!! 

Slide 36 - Tekstslide