Beweging en snelheid

Beweging en snelheid

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat er gebeurt met snelheid bij een eenparige, versnelde en vertraagde beweging. Je kunt ook de snelheid op elk moment van de beweging berekenen bij een eenparige beweging en het (x,t)-diagram en het (v,t)-diagram van een beweging herkennen en aflezen. Bovendien kun je met een (x,t)-diagram nagaan wanneer twee weggebruikers elkaar passeren en kun je beschrijven wat een rejected take-off is.

Begin de les met het bespreken van de leerdoelen en leg uit wat de studenten aan het einde van de les zullen hebben geleerd.

Wat weet je al over beweging en snelheid?

Eenparige beweging

Een beweging is eenparig als de snelheid constant is. Bijvoorbeeld: een auto die met een constante snelheid van 50 km/u rijdt.

Leg uit wat een eenparige beweging is en geef een voorbeeld om het te verduidelijken.

(x,t)-diagram

Een (x,t)-diagram toont de positie van een object over de tijd. De horizontale as vertegenwoordigt de tijd en de verticale as vertegenwoordigt de positie.

Laat de studenten zien hoe een (x,t)-diagram eruit ziet en leg uit wat elke as vertegenwoordigt.

(v,t)-diagram

Een (v,t)-diagram toont de snelheid van een object over de tijd. De horizontale as vertegenwoordigt de tijd en de verticale as vertegenwoordigt de snelheid.

Laat de studenten zien hoe een (v,t)-diagram eruit ziet en leg uit wat elke as vertegenwoordigt.

Eenparige beweging berekenen

Bij een eenparige beweging is de snelheid constant. Om de snelheid te berekenen, deel je de afstand door de tijd. Bijvoorbeeld: als een auto 100 km aflegt in 2 uur, is de snelheid 50 km/u.

Leg uit hoe je de snelheid kunt berekenen bij een eenparige beweging en geef een voorbeeld om het te verduidelijken.

Versnelde beweging

Een beweging is versneld als de snelheid toeneemt. Bijvoorbeeld: een auto die steeds sneller gaat rijden.

Leg uit wat een versnelde beweging is en geef een voorbeeld om het te verduidelijken.

Vertraagde beweging

Een beweging is vertraagd als de snelheid afneemt. Bijvoorbeeld: een auto die langzamer gaat rijden.

Leg uit wat een vertraagde beweging is en geef een voorbeeld om het te verduidelijken.

(x,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging

Een (x,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging heeft een kromme lijn. De steilheid van de lijn geeft de snelheid aan en de helling van de lijn geeft de versnelling aan.

Laat de studenten zien hoe een (x,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging eruit ziet en leg uit hoe je de snelheid en versnelling kunt aflezen.

(v,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging

Een (v,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging heeft een kromme lijn. De steilheid van de lijn geeft de versnelling aan.

Laat de studenten zien hoe een (v,t)-diagram van een versnelde/vertraagde beweging eruit ziet en leg uit hoe je de versnelling kunt aflezen.

Twee weggebruikers passeren elkaar

Als twee weggebruikers elkaar passeren, hebben ze dezelfde positie. Dit betekent dat het (x,t)-diagram een kruising heeft.

Laat de studenten zien hoe een (x,t)-diagram eruit ziet als twee weggebruikers elkaar passeren en leg uit wat dit betekent.

Rejected take-off

Een rejected take-off is wanneer een vliegtuig probeert op te stijgen maar moet afbreken vanwege een probleem. Dit kan gebeuren als het vliegtuig niet genoeg snelheid heeft om op te stijgen of als er een technisch probleem is.

Leg uit wat een rejected take-off is en geef een voorbeeld om het te verduidelijken.

Vragen en opdrachten

Beantwoord de vragen op het werkblad en maak de opdrachten om te oefenen met het berekenen van snelheid en het lezen van (x,t)- en (v,t)-diagrammen.

Geef de studenten tijd om de vragen te beantwoorden en de opdrachten te maken. Bespreek de antwoorden en ga na of de studenten de leerdoelen hebben behaald.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.