2.4 Politieke stromingen RZ

Welkom!
Geschiedenis
M2
14 februari 2024
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Geschiedenis
M2
14 februari 2024

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Uitleg 2.4
  • Herhaling hoofdstuk 2

Slide 2 - Tekstslide

2.4 Politieke stromingen

Slide 3 - Tekstslide

Willem I
  • Werd in 1815 de eerste koning van de Nederlanden
  • Officieel regeerde hij samen met zijn ministers, maar in de praktijk trok hij zich weinig van hen aan en nam hij bijna elke beslissing zelf.

Slide 4 - Tekstslide

Willem I
  • Regeerde met ministers

  •  De Eerste en Tweede kamer bestonden al

  • Maar hoe regeerde hij echt?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Willem II
  • De zoon van Willem I
  • Werd in 1840 de koning van de Nederlanden
  • Hij was conservatief en wilde niks veranderen

Slide 7 - Tekstslide


Paniek bij de vorsten
in heel Europa! Revolutie 1848




  • Ook in Den Haag...
  • ...koning Willem II wordt van conservatief 'in één nacht' liberaal

Slide 8 - Tekstslide

Gevolgen
  • De leider van de Nederlandse Liberalen: Johan Rudolf Thorbecke maakt een nieuwe grondwet:

  • Koning verloor zijn macht moest luisteren naar de eerste en de tweede kamer 

  • volksvertegenwoordiging

Slide 9 - Tekstslide

Nieuwe Grondwet 1848
Artikel 1
  • Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Slide 10 - Tekstslide

Willem III
  • De zoon van Willem II
  • Werd in 1849 de koning van de Nederlanden
  • Hij trok zich niks aan van de grondwet

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stemrecht
  • Stemmen voor de tweede kamer verkiezingen 
  • Wie mochten er stemmen?
  •  Alleen rijke mannen mochten stemmen dat was maar een paar %

Slide 13 - Tekstslide

Politieke stromingen
  1. Liberalen
  2. Confessionelen:
    Protestanten & Katholieken
  3. Socialisten

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Karl Marx

  • 1867: Das Kapital
  • Grondlegger socialisme

  • Visie: Rijken worden rijker, armen worden armer
  • Communisme

Slide 16 - Tekstslide

Soclialisten
  • Arme mensen mochten niet stemmen, wie hadden het zwaar?

  • Sociale kwestie en wat doet de  (liberale) overheid?

  • Socialisten willen dit anders:
  1. gelijkheid
  2. stemrecht


Slide 17 - Tekstslide


Feminisme



  • Vrouwen (& mannen) die opkomen voor de (gelijke) rechten van de vrouw

Slide 18 - Tekstslide

Eerste feministische golf


  • In Nederland: 1870-1920

  • Doel 1: Kiesrecht voor vrouwen
  • Doel II: Toelating tot universiteiten

Slide 19 - Tekstslide

Tegenstanders
  • 'Onfatsoenlijk'

  • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

  • 'De vrouw is een moeder'

  • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

Slide 20 - Tekstslide

Succes rond 1917

  • Rol vrouw in de Eerste Wereldoorlog

  • Rol van de vrouwen door het recht op onderwijs was verbeterd

Slide 21 - Tekstslide

Kiesrecht!

  • 1917 Algemeen mannen kiesrecht

  • 1919: Algemeen Kiesrecht

  • Iedereen kiesrecht vanaf 25 jaar

Slide 22 - Tekstslide

Korte pauze
Je blijft in het lokaal tenzij 
je naar de wc moet of je waterfles moet vullen.

Telefoons blijven in de tas!
timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Geef aan waarom de arbeiders stemrecht wilden. Kies het meest juiste antwoord
A
Ze wilden zelf in de regering zitten
B
Ze wilden dat rijke mensen naar hun gingen luisteren
C
Ze wilden hun werk en woonomstandigheden verbeterd zien
D
Ze wilden dat de fabriekseigenaren minder winst maakten

Slide 24 - Quizvraag

Noem de politieke stroming die het opkwam voor de arbeiders
A
Conservatieven
B
Liberalen
C
Socialisten
D
Confessionelen

Slide 25 - Quizvraag

Welke eis werd niet gesteld om te mogen stemmen in de 19e eeuw?
A
Je moest man zijn
B
Je moest rijk genoeg zijn
C
Je moest oud genoeg zijn
D
Je moest slim genoeg zijn

Slide 26 - Quizvraag

Leg uit waarom het logisch was dat de socialisten en feministen gingen samenwerken voor écht algemeen kiesrecht.
A
Ze nemen het allebei op voor de arbeiders
B
Ze nemen het allebei op voor de vrouwen
C
Ze willen allebei dat de overheid niet te veel moet regelen.
D
Ze willen allebei gelijkheid

Slide 27 - Quizvraag

Wie was de eerste koning van Nederland?
A
Napoleon
B
Willem - Alexander
C
Willem I
D
Willem II

Slide 28 - Quizvraag

Waarom ondertekende koning Willem II een grondwet die er voor zorgde dat hij minder macht kreeg?

Slide 29 - Open vraag

Leg uit wie na 1848 het land bestuurde.
A
Koning
B
Ministers

Slide 30 - Quizvraag

Begrippen uit deze les

  • Confesionelen 
  • Liberalen 
  • Socialisten
  • Conservatieven
  • Feministen


Slide 31 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1848: Revolutiejaar
  • 1848: Thorbecke maakt een nieuwe Grondwet
  • 1917: Algemeen mannen kiesrecht
  • 1919: Algemeen kiesrecht 

Slide 32 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Koning Willem I
  • Koning Willem II

  • Karl Marx 
  • Thorbecke 

Slide 33 - Tekstslide