Werk in een drietal. Ieder persoon legt 1 doel uit.
- Je weet wat een aardbeving is en wat de gevolgen ervan kunnen zijn.
- Je begrijpt hoe aardbevingen ontstaan en dat de gevolgen in arme en rijke landen van elkaar kunnen verschillen.
- Je kunt op een kaart met de aardkorstplaten de gebieden aanwijzen met een groot aardbevingsrisico.