Gender en seksualiteit

Gender en seksualiteit
Einstein Class
2024
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Gender en seksualiteit
Einstein Class
2024

Slide 1 - Tekstslide

Doel van deze SoVa les:
-Bewust worden wat gender en seksualiteit inhoud.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weten jullie al over gender en seksualiteit?

Slide 3 - Open vraag

Hierboven zie je verschillende genders. Natuurlijk kan je een man zijn, een  vrouw maar er zijn nog meer mogelijkheden. Sommige mensen voelen zich geen man en geen vrouw (eerste en 1 na laatste plaatje). Soms ben je geboren als man, maar voel je je een vrouw (Transgender, tweede plaatje.). Als je je en man en vrouw voelt heet dat ook wel genderfluid, dan kan het per dag verschillen hoe je je voelt.

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht
Maak een ID-kaart van een denkbeeldig persoon, en kies een gender naar keuze om hiervoor. Probeer iets anders te kiezen dan hetero. Teken diegene (let op kleren en kleuren), zorg dat je kan zien welke gender je hebt gekozen. Zet er een naam bij, let hierop of het mannelijk of vrouwelijk is. Denk ook aan het geslacht, dus m (mannelijk), v (vrouwelijk), of o (onzijdig, geen van beide). Zet een nationaliteit erbij zoals Nederland en een geboortedatum. Alles mag verzonnen zijn. Je krijgt hier 5 tot 10 minuten de tijd voor.
Opdracht

Slide 5 - Tekstslide

Seksualiteit
Bij seksualiteit gaat het om wie je leuk vind, en voor wie je gevoelens krijgt. Iedereen valt binnen de LHBTIQ+ groep, dit staat voor: 'Lesbisch, homo, biseksueel, trans, interseks en queer. De plus erachter betekent dat er nog veel meer seksualiteiten zijn, dit zijn zowel panseksueel, aseksueel, hetero en zo zijn er nog heel veel.

Slide 6 - Tekstslide

Verschillende seksualiteiten
Lesbisch- Een vrouw valt op een vrouw.
Homoseksueel- Een man valt op een man.
Biseksueel- Een man of vrouw valt op en mannen en vrouwen.
Trans- Iemand die zijn geslacht veranderd (bijv. van man naar vrouw).
Interseks- Iemand die mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken heeft.
Queer- Dit is wanneer je niet in een hokje geplaatst wil worden, maar ook niet comfortabel bent met de term hetero.
Panseksueel- Als iemand panseksueel is valt diegene op iedereen, ongeacht geslacht. Hierbij gaat het om de emotionele band.
Aseksueel- Als je aseksueel bent, heb je geen seksuele aantrekking tot iemand.

Slide 7 - Tekstslide

Bij deze opdracht gaan jullie de seksualiteit koppelen aan de betekenis ervan, denk goed na en slepen maar!
Iemand die geen seksuele aantrekking voelt
Bijvoorbeeld een man die op mannen en vrouwen valt.
Iemand die niet valt op geslacht, maar op emotionele connectie.
Iemand die niet in een hokje geplaatst wil worden, maar die ook niet als hetero identificeert.
Panseksueel
Aseksueel
Queer
Biseksueel

Slide 8 - Sleepvraag

Gender en seksualiteit heeft te maken met veel onderwerpen. Je gender en seksualiteit is uniek en je bent de baas over jezelf. 
Wat jij denkt of voelt kan totaal anders zijn dan degene naast je. Wel is het belangrijk om respect te hebben voor elkaar en ieder zijn of haar grenzen te accepteren en te respecteren.

Dit geldt ook voor relaties. Als je iemand leuk vindt moet je diegene zijn of haar grenzen aanhouden, net zoals hun die van jou moeten aanhouden. Dit zorgt ervoor dat de band tussen jouw en je vriend of vriendin goed blijft.

Slide 9 - Tekstslide

Beantwoord de vragen:
Ken jij iemand die tot de LHBTIQ+ groep hoort?
Is er iemand in jouw omgeving uit de kast te komen*?
Vinden jullie dat iedereen uit de kast moet komen?
Vinden jullie dat je als hetero ook uit de kast moet komen?
Kun jij zien wanneer iemand een man of een vrouw is?
Zo ja, waar kan je dit aan zien?
Welke emoties kan iemand voelen tijdens uit de kast komen?



Uit de kast komen: Vertellen dat je tot de LHBTIQ+ groep hoort.

Slide 10 - Tekstslide

Seksuele oriëntatie bestaat uit verschillende aspecten:

-seksuele aantrekking (of verliefd worden)
-seksueel gedrag
-hoe iemand zich zelf noemt.
Deze aspecten hoeven niet altijd overeen te komen.
Voorbeeld: Een jongen voelt zich aangetrokken tot jongens, maar heeft geen seks met jongens. Of een meisje heeft wel eens seks met meisjes, maar noemt zich niet lesbisch of biseksueel.
Als je openlijk uitkomt voor je seksuele oriëntatie kom je ‘uit de kast’ (coming out). Sommige jongeren laten dit voorzichtig merken, terwijl anderen het openlijk vertellen. Niet iedereen wil of kiest voor een coming-out.


Seksuele oriëntatie bestaat uit verschillende aspecten:
-seksuele aantrekking (of verliefd worden)
-seksueel gedrag
-hoe iemand zich zelf noemt.
Deze aspecten hoeven niet altijd overeen te komen.
Voorbeeld: Een jongen voelt zich aangetrokken tot jongens, maar heeft geen seks met jongens. Of een meisje heeft wel eens seks met meisjes, maar noemt zich niet lesbisch of biseksueel.
Als je openlijk uitkomt voor je seksuele oriëntatie kom je ‘uit de kast’ (coming out). Sommige jongeren laten dit voorzichtig merken, terwijl anderen het openlijk vertellen. Niet iedereen wil of kiest voor een coming-out.

Slide 11 - Tekstslide

Coming-Out Stripverhaal 
Maak een stripverhaal met een reeks tekeningen waarin een personage zijn of haar coming-out beleeft. Gebruik tekstballonnen en illustraties om het verhaal tot leven te brengen. Zie afbeelding. 

Zorg ervoor dat het duidelijk is hoe diegene zich voelt.

Afbeelding is een voorbeeld!

Slide 12 - Tekstslide

Mensen met LHBTIQ+ gevoelens krijgen vaker te maken met vervelende ervaringen zoals uitschelden, buitensluiten en roddels. Onderzoek wijst ook uit dat onder homoseksuele en biseksuele jongeren psychische problemen en depressieve klachten vaker voorkomen. Daarom is het belangrijk dat iedereen hier kennis over heeft zodat we goed en respectvol met elkaar om kunnen gaan.

Ook speelt geloof een belangrijke rol en gender en seksualiteit. Bij sommige geloven is het niet standaard dat iemand zich identificeert als iets anders dan hetero. Het is dan moeilijker om te zeggen dat je tot de LHBTIQ+ groep hoort. Bij sommige geloven is het zelfs verboden. Dit maakt het ook lastiger om 'uit de kast te komen'. Op zulke momenten hebben mensen steun nodig.

Slide 13 - Tekstslide

Nu je wat meer kennis hebt over dit thema,
vul de woorden in die het meeste met dit
thema te maken hebben.

Slide 14 - Woordweb

Einde
Doel: Bewust worden wat gender en seksualiteit  inhoudt.
Is dit gelukt?

Slide 15 - Tekstslide