Lezen H5 - opdr. 1 en 2

Lezen
Hoofdstuk 5
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
Hoofdstuk 5

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Leerdoel: je weet wat functiewoorden zijn en je kan deze toekennen aan een tekstgedeelte

- Terugblik
- Startopdracht maken
- Uitleg theorie
- Opdr. 1 en 2 Lezen H5 maken

Slide 2 - Tekstslide

Noteer het argument: Ik kan niet goed tegen spanning, dus doe ik liever geen eindexamen.

Slide 3 - Open vraag

Is het argument een waarderende uitspraak of een feitelijke uitspraak?
A
feitelijk
B
waarderend

Slide 4 - Quizvraag

Welke vier tekstdoelen zijn er?

Slide 5 - Woordweb

Groep 1
Groep 2
bewering
bovendien
daarna
definitie
kortom
omdat
tegenstelling
toelichting
tenzij
vergelijking
verklaring
vervolgens
voorwaarde
zoals

Slide 6 - Sleepvraag

Uitleg theorie: functiewoord
Een tekstgedeelte heeft binnen een tekst een bepaalde functie, die je kunt aanduiden met een functiewoord als argument, conclusie, standpunt of voorbeeld.
Andere functiewoorden zijn aanbeveling, aanleiding, constatering, gevolg, oorzaak, oplossing, probleemstelling, samenvatting, tegenwerping, uitwerking. 

Slide 7 - Tekstslide

Uitleg theorie: functiewoorden
Soms kun je de functie van een tekstgedeelte herkennen aan een signaalwoord, zoals 'zo' bij een voorbeeld of 'dus' bij een conclusie. De functie van onderstaande alinea is samenvatting. Dat zie je mede aan het signaalwoord 'kortom'. 
- Kortom, er blijken biologische en sociale oorzaken te zijn voor het feit dat mensen graag naar muziek luisteren. Ze leren er hun emoties door kennen en als ze samen met anderen naar muziek luisteren, vergroot dat hun gevoel van verbondenheid.

Slide 8 - Tekstslide

Opdr. 1 Lezen H5 maken
- Blz. 146-147
- In tweetallen
- 5 min
- Daarna klassikaal bespreken

Slide 9 - Tekstslide

Opdr. 2 Lezen H5 maken
- Blz. 147-149
- Lees de tekst in stilte: maak aantekeningen (marker signaalwoorden)
- Hoelang denk je dat je nodig hebt om deze tekst te lezen?
- Daarna in tweetallen verder
- 10 min
- Vervolgens opdracht bespreken
timer
7:00

Slide 10 - Tekstslide