Hoe vul je formulieren in? - les 56

Hoe vul je formulieren in?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Hoe vul je formulieren in?

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Terugblik
  • Doelen
  • Wat weet je nog?
  • Uitleg
  • Opdracht(en)
  • Afsluiten 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik
In de vorige les heb je geleerd hoe je onregelmatige werkwoorden schrijft.

Slide 3 - Tekstslide

Doelen van de les
  • Je weet waar je op moet letten als je een formulier invult.
  • Je kunt de woorden en aanwijzingen die vaak op formulieren voorkomen begrijpen.
  • Je kunt zelf een formulier op de goede manier invullen.

Slide 4 - Tekstslide

Heb jij wel eens een formulier ingevuld?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Tekstslide

Formulieren invullen
Belangrijke woorden in formulieren:
  • Voorletter(s)
De eerste letter van je voornaam

  • Tussenvoegsel
Staat soms tussen een voornaam en een achternaam
Bijvoorbeeld: Robin van Gelder

  • Blokletters
H O O F D L E T T E R S

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten maken
Samen werken

Les 56

We maken opdracht 1 t/m 2 samen.

Daarna maak je opdracht 4 t/m 11 zelfstandig.

Zelfstandig werken

Les 56

Je maakt opdracht 1 t/m 11 zelfstandig. Je mag zachtjes overleggen.

Klaar?
-> Nakijken, NUMO of lezen.


Slide 11 - Tekstslide

Heb je je doelen behaald?
  • Je weet waar je op moet letten als je een formulier invult.
  • Je kunt de woorden en aanwijzingen die vaak op formulieren voorkomen begrijpen.
  • Je kunt zelf een formulier op de goede manier invullen.

Slide 12 - Tekstslide

Wat heb je geleerd?

Slide 13 - Woordweb