WK 5 AH1 - 5.1 & 5.2

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Lesplanning les 1

Introductie nieuw hoofdstuk

- §5.1: decimale getallen op de getallenlijn

- §5.1: kommagetallen delen en vermenigvuldigen

- §5.1: de afrondregels 

Werken aan de weektaak

Hoofdstuk 5

Rekenen

Decimale getallen

Decimale getallen zijn getallen met cijfers achter de komma.

1 decimaal

2 decimalen

3 decimalen

Net als gehele getallen hebben decimale getallen een plek op de getallenlijn

6,3

6,4

6,38

6,38 > 6,3    want    6,3 = 6,30   en   38 > 30

6,38 < 6,4    want    6,4 = 6,40  en   38 < 40

0,8

3,25

4,75

5

6

5,3

5,8

welk getal ligt precies midden tussen 5,3 en 5,8?

1. 5,6
2. 5,65
3. 5,5
4. 5,55

Getalwaardes

Het getal 2325,675 bestaat uit 7 cijfers. 

Elk cijfer kent een waarde. De plaats geeft de waarde aan.

De waarde van 2 is	2 x 1000 = 2000	duizendtal
De waarde van 3 is	3 x 100 = 300	honderdtal
De waarde van 2 is	2 x 10 = 20	tiental
De waarde van 5 is	5 x 1 = 5	eenheden
De waarde van 6 is	6 x 0,1 = 0,6	tienden
De waarde van 7 is	7 x 0,01 = 0,07	honderdsten
De waarde van 5 is	5 x 0,01 = 0,005	duizendsten

Sleep de juiste waarde naar het cijfer in het getal 2345,67.

2

3

4

7

6

5

Duizendtal

Honderdtal

Tiental

Tienden

Honderdsten

Eenheid

Lees dit voor jezelf door

Bereken (komma verschuiven)
5,21 x 10 =

1. 521
2. 52,1
3. 0,521
4. 52,10

Bereken (komma verschuiven)
50,21 : 100 =

1. 5021
2. 0,05021
3. 0,5021
4. 502,1

Bij het afronden kijk je altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Bij afronden op 3 decimalen kijk  je naar het 4e decimaal.

Bij afronden op 2 decimalen, kijk je naar het 3e decimaal.

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Weektaak

Lesplanning les 2

- §5.2: berekeningen maken met je rekenmachine

- §5.2: schatten

Werken aan de weektaak

Rekenmachine

Decimale getallen → punt

2 mintekens:

De aftrekmin → -

De negatieve min → (-)

Bij berekeningen met een deelstreep → breuktoets

Denk bij berekeningen met haakjes aan de haakjes

De enter-toets is het =teken

Bereken met je rekenmachine:

3,81⋅5,2=

3,81⋅5,2=19,812

Bereken met je rekenmachine:

8,3−(−2,5−1,7)=

8,3−(−2,5−1,7)=12,5

Bereken met je rekenmachine:

​4,3+1,7​​8,16​​=

​4,3+1,7​​8,16​​=1,36

Welke deling kan je als schatting maken (geef ook het geschatte antwoord)?

11,56:1,87=

Welke som kan je als schatting maken (geef ook het geschatte antwoord)?

296,25⋅51,87=

Weektaak