Write down as many as you like in the word map on the next page!
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Warm-up
What words do you expect to learn in this lesson?
Write down as many as you like in the word map on the next page!
Slide 1 - Tekstslide
Lesson 2, unit 4
Slide 2 - Woordweb
Explanation
In the following slides, I will give an explanation for some of the words. They might be words that are difficult because of their spelling or meaning. Please listen or read well :)
Slide 3 - Tekstslide
government
Let bij dit woord op de spelling!
Slide 4 - Tekstslide
march
march
Slide 5 - Tekstslide
ruler
ruler
Slide 6 - Tekstslide
separate
Let op je spelling
Luister maar eens!
separate
Slide 7 - Tekstslide
voilence
Let ook hier op de spelling eerst de o dan de i
Slide 8 - Tekstslide
decision
Nog een woord met een lastige spelling. Hier kun je misschien onthouden dat die c voor de s in het alfabet komt!
Slide 9 - Tekstslide
independent
Je kent misschien al delen van dit woord zoals dependent of depend (it depends on - het hangt af van). Hier betekent het onafhankelijk
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Find a picture for prime minister
Slide 12 - Open vraag
Find a picture for riot
Slide 13 - Open vraag
Find a picture for election
Slide 14 - Open vraag
Find a picture for mainland
Slide 15 - Open vraag
Welk woord uit lesson 2 past in deze zin: Have you reached a ____ yet?
Slide 16 - Open vraag
What's the word for an organization that raises money and helps people in need
Slide 17 - Open vraag
Which word doesn't fit?
A
to clash
B
to disagree
C
to join
D
to attack
Slide 18 - Quizvraag
Explanation last question
C was the only word that didn't have a "negative" meaning
Slide 19 - Tekstslide
Which word is spelled correctly?
A
roit
B
election
C
tenssion
D
voilence
Slide 20 - Quizvraag
What's the word for someone who belongs to a group
Slide 21 - Open vraag
Which word of lesson 2 fits this sentence: I won't ___ you to make these decisions for me.
Slide 22 - Open vraag
Welke woorden vergeet je na deze les zeker niet?
Slide 23 - Open vraag
Welke woorden vond je nog lastig?
Slide 24 - Open vraag
Show me in a picture what you thought of this lesson!