Word order > "hoe vaak"-woordjes
"Hoe vaak"-woordjes geven in de zin aan hoe vaak iets gebeurt.
Denk aan woorden als: ALWAYS (=altijd), NEVER (=nooit),
SOMETIMES (=soms), OFTEN (=vaak) en USUALLY (=meestal).
"Hoe vaak"-woordjes zet je VOOR het belangrijkste werkwoord in de zin.
Let op!
Bij de werkwoorden am/is/are/was/were zet je "hoe vaak"-woordjes ACHTER het werkwoord.
He always drives to work .
We are never late for class.
Dolphins often swim in front of a ship.