In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Energie
Energie
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les weet je:
waarom je brandstof verbrandt
hoe warmte zich verplaatst
hoe je de warmte binnen houdt
waar alle energie blijft
welke gevolgen energieverbruik heeft
Slide 2 - Tekstslide
waarom verbrand je een brandstof ?
Slide 3 - Tekstslide
verbranding
chemische reactie → brandstof met zuurstof
begin stoffen verdwijnen
ontstaan reactieproducten en warmte (energie)
Slide 4 - Tekstslide
Wat is verbranden?
Het omzetten van
CHEMISCHE ENERGIE
in
WARMTE
Slide 5 - Tekstslide
verbrandingswarmte
geeft aan hoeveel warmte er bij een verbranding van een brandstof vrijkomt
BINAS tabel 19
Slide 6 - Tekstslide
verbrandingswarmte
Slide 7 - Tekstslide
om op een scooter te rijden verbrand je benzine
A
waar
B
niet waar
Slide 8 - Quizvraag
als je een theepot met hete thee gewoon op tafel zet, is de thee na een uurtje afgekoeld. Waar is de warmte van de thee gebleven?
Slide 9 - Open vraag
Joshua rijdt 70 km met de auto. Het benzine verbruik tijdens de rit is 1:14. Met 1 liter benzine kan je 14 km rijden. Hoeveel liter benzine verbruikt Joshua tijdens de rit?
Slide 10 - Open vraag
Hoeveel energie komt er vrij als 1 L benzine in de motor wordt verbrand?
Slide 11 - Open vraag
Hoeveel energie heeft Joshua gebruikt voor zijn rit?
Slide 12 - Open vraag
de kou van de sneeuwbal gaat naar je warme handen
A
juist
B
onjuist
Slide 13 - Quizvraag
hoe verplaatst warmte zich?
Slide 14 - Tekstslide
Geleiding
Geleiding zorgt er voor dat de warmte via een tussenstof verder gaat. Een geleider geeft dus warmte door. Een stof die warmte niet doorgeeft noem je een isolator.
Slide 15 - Tekstslide
straling
geen tussenstof nodig, warme voorwerpen stralen meer warmtestraling uit
Slide 16 - Tekstslide
STROMING
Slide 17 - Tekstslide
Vormen van warmtetransport
Er zijn drie vormen van warmtetransport; stroming, straling en geleiding. Voor stroming en geleiding is een stof nodig, maar voor straling niet.
Slide 18 - Tekstslide
hout is een goede warmtegeleider
A
juist
B
onjuist
Slide 19 - Quizvraag
het metaal van een radiator wordt warm door geleiding
A
juist
B
onjuist
Slide 20 - Quizvraag
warmtestralen hebben geen tussenstof nodig
A
juist
B
onjuist
Slide 21 - Quizvraag
een ander woord voor warmtestraling is infrarood
A
juist
B
onjuist
Slide 22 - Quizvraag
een radiator geeft de warmte af door.....
Slide 23 - Open vraag
warme lucht verplaatst zich in de kamer door .....
Slide 24 - Open vraag
het handvat van een pan wordt heeft door ....
Slide 25 - Open vraag
je voelt de warmte van een kampvuur door .....
Slide 26 - Open vraag
een lepeltje in de hete thee wordt warm door
Slide 27 - Open vraag
op een tafel liggen een steeksleutel en een houten hamer. Het is 20 graden Celsius en beiden hebben ook deze temperatuur. Welke voelt het koudst aan?
A
steeksleutel
B
hamer
C
maakt niet uit
Slide 28 - Quizvraag
hoe houd je de warmte binnen?
Slide 29 - Tekstslide
Isoleren
Isoleren heeft te maken met het voorkomen dat warmte zich kan verplaatsen van de ene plek naar de andere plek.
Elke manier van warmte transport heeft zijn eigen aanpak nodig om de verplaatsing van warmte te voorkomen.
(voorkomen van warmtetransport)
Slide 30 - Tekstslide
Isolatie kan warmte binnen houden.
Of warmte buiten houden.
Isoleren
Slide 31 - Tekstslide
waar blijft alle energie?
Slide 32 - Tekstslide
wet van behoud van energie
niet alle energie wordt nuttig verbruikt
niet nuttige energie ( vaak warmte) wordt afgegeven aan de omgeving.
Slide 33 - Tekstslide
welke gevolgen heeft energieverbruik?
Slide 34 - Tekstslide
Broeikaseffect
Broeikaseffect - Proces waarbij de atmosfeer de aarde warmer maakt.
Broeikasgassen zijn:
Koolstofdioxide
Waterdamp
Metaan
Slide 35 - Tekstslide
versterkte broeikaseffect
- Broeikaseffect
- Versterkte broeikaseffect
Slide 36 - Tekstslide
Onvolledige verbranding
Als er NIET genoeg zuurstof bij het aardgas komt
er ontstaat ook giftig koolmonoxide, roet - zichtbaar door gele vlam -
(en onschadelijke waterdamp en koolstofdioxide)
Slide 37 - Tekstslide
Zure regen
zure regen wordt veroorzaakt door zure stoffen zoals:
de verbrandingsgassen: zwaveldioxide en stikstofdioxiden
zure regen is nadelig, want het tast bomen en gebouwen aan.
Slide 38 - Tekstslide
effecten zure regen
Slide 39 - Tekstslide
Thermische verontreiniging: opwarmen van het oppervlakte water. Warm water kan minder O2 bevatten, hierdoor krijgen vissen en andere waterdieren te weinig zuurstof.