V1: Unidad 3 Les 4 - werkwoord Hay

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

START KLAAR

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Lesprogramma
A: Herhaling werkwoord SER
B: Werkwoord HAY
C: Oefenen met woordenschat
D: Spreekopdracht

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ik kan het werkwoord hay gebruiken om aan te geven wat er in een huis of kamer is. 
 

Slide 6 - Tekstslide


Wat betekent het werkwoord "ser" in het Nederlands?

Slide 7 - Open vraag

SER = zijn

Slide 8 - Tekstslide

SER  = ZIJN
*Ser: wie of wat iemand is. (Ser wordt gebruikt voor zaken die te maken hebben met identiteit)

1. Nationaliteit
2. Beroep
3. Karakter
4. Fysieke beschrijving

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

SER
es
eres
soy
son
somos
sois
yo
ellos/-as/ustedes
él/ella/usted
nosotros/-as

tu
vosotros/-as

Slide 11 - Sleepvraag

HAY = er is/ er zijn

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

HAY = er is/ er zijn
Hay una cama en mi dormitorio.

Hay una ventana.

Hay una silla.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Vamos a practicar!!!!
Opdracht 3 & 4 blz 53

Slide 16 - Tekstslide

Vocabulario
pagina 125

Slide 17 - Tekstslide

Vocabulario
  1. el hombre - de man
  2. novio/a - het vriendje/vriendinnetje
  3.  la cama - het bed
  4. cocinar - koken
  5.  el armario - de kast
  6. la silla - de stoel
  7. la nevera - de koelkast
  8. el videojuego - het computerspelletje
  9. abuelo/a - de opa/oma
  10. hermano/a - de broer/zus

Slide 18 - Tekstslide



Wat: Betekenissen zoeken van 10 woorden uit het woordenlijst. 
Hoe: In groepjes van twee of individueel 
Waar: In je JDW-map/ schrift
Hulpmiddel: Reporteros tekstboek

Klaar?
Kies 2 woorden en maak 2 zinnen.
Gebruik: mijnwoordenboek.nl 
¡A practicar! 
  1. el cuarto de baño
  2. el piso
  3.  nieto/a
  4. la ventana
  5.  hay/ no hay
  6. la habitación
  7. la cocina
  8. la ducha
  9. el colegio (cole)
  10. el marido

Slide 19 - Tekstslide

Mi casa ideal

Slide 20 - Tekstslide

Spreekvaardigheid: Mi casa ideal

Slide 21 - Tekstslide

Lesdoelen
Lesdoelen voor vandaag:
Después de la clase... 
  • R: Ik kan het werkwoord hay gebruiken om aan te geven wat er in een huis of kamer is. 
 

Slide 22 - Tekstslide


Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

¡Hasta la próxima clase!

Slide 24 - Tekstslide