Quiz_VoorstellingswijzenReëleGetallen

Quiz
Voorstellingswijzen van reële getallen
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Secundair onderwijs

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz
Voorstellingswijzen van reële getallen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesafspraak
Slide met witte achtergrond:
Ik herhaal de leerstof, ik wil stilte.
Slide met blauwe achtergrond:
Interactieve vragen, de sfeer kan wat meer ontspannen zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Bij lesson-up wordt er vaak met interactieve elementen gewerkt. Mijn ervaring is dat leerlingen dan wel eens praten. 
Omdat ik niet elke keer weer om stilte wil vragen na een stukje quiz, heb ik visueel een duidelijk verschil gemaakt tussen interactieve vragen, wanneer leerlingen vaak wat praten, en momenten dat ik wil dat de leerlingen stil zijn.
Ik herhaal dit kort elke les, en dit visuele verschil werkt goed voor mij.
ddkke
Tot welke verzameling behoort dit getal, Wees zo specifiek mogelijk. 4,9898...
A
B
C
D
ℝ\ℚ

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk antwoord is juist. 4,9898... is
A
een begrensd rationaal getal
B
een onbebrensd rationaal getal met periode 98
C
een onbegrensd rationaal getal met periode 9898
D
een onbegrensd irrationaal getal

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Tot welke verzameling behoort dit getal, Wees zo specifiek mogelijk. 7,10100...
A
B
C
D
ℝ\ℚ

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk antwoord is juist. 7,10100... is
A
een begrensd rationaal getal
B
een onbebrensd rationaal getal met periode 10
C
een onbegrensd rationaal getal met periode 100
D
een onbegrensd irrationaal getal

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de getallen naar de juiste deelverzameling.
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 7 - Sleepvraag

Je kan sleepvragen op veel manieren gebruiken.
  • Druk in de bovenbalk om de (i) de eerste keer om te begrijpen hoe het werkt
  • Kijk zeker in de lesbibliotheek om goede opties te zien hoe een sleepvraag kan gebruikt worden en ideeën op te doen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk is geen andere schrijfwijze voor dit getal? 0,01
Σ
A
1%
B
1/10
C
1.10^-2

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk soort getal is de uitkomst van 
de som van twee rationale getallen?
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk soort getal is de uitkomst van 
het verschil van een rationaal en een irrationaal getal
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk soort getal is de uitkomst van 
het verschil van twee irrationale getallen
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk soort getal is de uitkomst van 
een geheel veelvoud van pi, verschillend van 0
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
 Welk soort getal is de uitkomst van 
een product van een rationaal en irrationaal getal
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
 Welk soort getal is de uitkomst van 
een macht van een irrationaal getal
Σ
A
Een rationaal getal
B
Een irrationaal getal
C
Dat kan je niet weten

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep van klein naar groot
V(25) / 2
V(38)
18/3

Slide 20 - Sleepvraag

Je kan sleepvragen op veel manieren gebruiken.
  • Druk in de bovenbalk om de (i) de eerste keer om te begrijpen hoe het werkt
  • Kijk zeker in de lesbibliotheek om goede opties te zien hoe een sleepvraag kan gebruikt worden en ideeën op te doen

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Tot welk interval hoort het getal?
3
Σ
A
[9, 15[
B
]3, 15]
C
[3, 15[
D
Geen enkel

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Tot welk interval hoort het getal?
15
Σ
A
[9, 15[
B
]3, 15]
C
[3, 15[
D
Geen enkel

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Welk interval stelt de getallenas voor?
Σ
A
[198, 203]
B
]198, 203[
C
[198, 203[
D
]198, 203]

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de juiste notatie en inteval naast de getallenas
]-∞, +∞[
]-∞, 0[
]-∞, 0]
]0, +∞[
[0, +∞[

Slide 25 - Sleepvraag

Je kan sleepvragen op veel manieren gebruiken.
  • Druk in de bovenbalk om de (i) de eerste keer om te begrijpen hoe het werkt
  • Kijk zeker in de lesbibliotheek om goede opties te zien hoe een sleepvraag kan gebruikt worden en ideeën op te doen

ddkke
Welk inteval is juist voor IR?
Σ
A
[-∞, + ∞]
B
]-∞, +∞[

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in?
60 ......... [50, 60[
Σ
A
B
C
D

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in?
-3 ......... [-3, 6[
Σ
A
B
C
D

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in?
[2, 3[ ..... ]2, 3]
Σ
A
B
C
D

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in?
[-4, 5] ...... [-4, 15[
Σ
A
B
C
D

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Interval ]-2, 3[
Hoeveel naturlijke getallen liggen er in het interval?
Σ
A
2
B
3
C
4
D

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Interval ]-2, 3[
Hoeveel irrationale getallen liggen er in het interval?
Σ
A
2
B
3
C
4
D

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Interval ]-2, 3[
Hoeveel rationale getallen liggen er in het interval?
Σ
A
2
B
3
C
4
D

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in:
[1, 3] ...... [2, 3] = [2, 3]
Σ
A
B
U

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Vul het juiste symbool in:
[-2, 5] ...... [5, 6] = [-2, 6]
Σ
A
B
U

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

ddkke
Wat betekent ⊂ 
Σ
A
Doorsnede
B
Element van
C
Deelverzameling
D
Unie

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies