Ook weet je het verschil tussen collaboratie, verzet en niets doen.
deel 1
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2
In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Amerika
Nederland tijdens
De tweede Wereldoorlog
Aan het einde van deze les ken je de begrippen:
gelijkschakeling
NSB
februaristaking
Ook weet je het verschil tussen collaboratie, verzet en niets doen.
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
In deze les
Quiz met herhaling van de vorige lessen
uitleg ELO en extra uitleg so opdracht.
De inval en overgave van Nederland (1940)
Collaboratuer, verzet of niets doen?
De februarie staking (1941)
Afsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer kwam Hitler aan de macht in Duitsland?
A
1930
B
1932
C
1931
D
1933
Slide 3 - Quizvraag
Adolf Hitler was de dictator van nazi-Duitsland.
Ook Mussolini was een dictator, maar van welk land?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Italië
D
Geen van de genoemde landen is juist
Slide 4 - Quizvraag
In 1935 werd de rassenleer in Nazi-Duitsland vastgelegd in
A
Rassenwetten
B
Propagandamateriaal
C
de Kristallnacht
D
Genocide
Slide 5 - Quizvraag
Wat was de naam van de jeugdorganisatie voor jongens in Nazi-Duitsland?
A
Hitlerjugend
B
Bund Deutscher Mädel
C
Wehrmacht
D
Hitlerjungs
Slide 6 - Quizvraag
In welk jaar viel nazi-Duitsland Nederland binnen?
A
1940
B
1939
C
1945
D
1938
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent 'Holocaust'?
A
Jodenvervolging
B
Brandoffer
C
Antisemitisme
D
Vernietiging
Slide 8 - Quizvraag
Het verhaal van Anne Frank past hier goed bij de jodenvervolging, want:
A
haar vader gaf in 1947 haar dagboek uit onder de titel Het Achterhuis.
B
ze kwam in 1933 met haar ouders en haar zus naar Nederland.
C
ze stierf in maart 1945 aan een ziekte in een concentratiekamp.
D
ze was met haar familie uit Duitsland gevlucht omdat ze joden waren.
Slide 9 - Quizvraag
Mei 1940
Inval in Nederland, Belgie, Frankrijk
Grebbeberg
Bombardement Rotterdam
Slide 10 - Tekstslide
Nederland capituleert
15 mei 1940
10 mei 1940: inval Nederland
14 mei 1940: Duits bombardement op Rotterdam
15 mei 1940 : Capitulatie Nederland => Duitse bezetting
Slide 11 - Tekstslide
Nederland onder Duitse bezetting
Democratie afgeschaft
NSB enig toegestane partij
Nationaal-Socialistische Beweging
Slide 12 - Tekstslide
De NSB-> nationaal socialistische Beweging
de NSB, exteem rechts
Leider: Anton Mussertc (foto)
beloofde een eind te maken aan de werkloosheid, net als de nazi's in Dld.
De NSB kreeg pas na de Duitse bezetting veel leden. Daarvoor kregen ze maar 4% van de stemmen -> door de verzuiling stemmen mensen alleen op hun eigen partij.
Slide 13 - Tekstslide
Gelijkschakeling
De Duitsers waren na februari 1941 de baas over alle Nederlandse organisaties zoals:
Kranten
Vakbonden
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Februaristaking
25 februari 1941
Staking uit protest tegen jodenvervolging
Aanleiding waren de razzia's in Amsterdam, als reactie op de moord op een NSB-er.
De staking was het enige massale en openlijke protest tegen de Jodenvervolging in heel bezet Europa.
Slide 17 - Tekstslide
De februaristaking
- Op 25 en 26 februari 1941 staken arbeiders in Amsterdam
- De hele stad stopt met werken
- De Duitsers stoppen de staking met geweld
- Er vallen 9 doden en 24 gewonden
Slide 18 - Tekstslide
Drie manieren waarop NL met de bezetting omging
.
Het verzet: mensen die de Duitser tegenwerkten. Dit kon actief
of passief.
Collaborateurs: Dat waren mensen die met de Duitsers samenwerkten.
Het overgrote deel van de mensen deed niets: Ze vonden leven al moeilijk genoeg.
Slide 19 - Tekstslide
hw voor vrijdag
Schrijf voor elke optie, in minimaal 75 woorden en maximaal 150 woorden,
Waarom je zou willen collaboreren? (min 75 wrd -max 150 wrd)
Waarom je in het verzet zou gaan, en welk soort verzet.(min 75 wrd -max 150 wrd)
Waarom je niets zou doen? (min 75 wrd -max 150 wrd)