Cabaret

Cabaret
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Cabaret

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Kennismaken met de verschillende soorten cabaret.
  • Stukjes kijken van verschillende soorten cabaret.
  •  De opdracht.

Slide 2 - Tekstslide

Welke cabaratiers ken jij?

Slide 3 - Woordweb

Zap cabaret
  • Hij of zij schakelt in de voorstelling snel tussen diverse vormen van cabaret, typetjes en liedjes.

  • Jochem Meyer, Andre van Duin, Tineke Schouten en de Vliegende Panters

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Geëngageerd cabaret
  • Hij of zij geeft kritisch commentaar op bijvoorbeeld politiek, taboes en veranderingen in de samenleving.

  • Voorbeeld: Freek de Jonge, Theo Maassen, Javier Guzman

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Verhalend cabaret
  • Hij of zij vertelt een meestal licht absurd verhaal met een moraal erin verpakt.

Slide 8 - Tekstslide

Is de Aruba meneer van Jochem Myjer verhalend cabaret?
A
Ja
B
Nee

Slide 9 - Quizvraag

Is Flappie verhalend cabaret?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

  • Stand up comedy
Hij of zij moet het hebben van snelle grappen, improvisaties en reacties van het publiek.

  • Fysiek cabaret
Hij of zij legt minder nadruk op tekst, maar meer op acrobatische stunts.
  •  Muzikaal cabaret
Hij of zij maakt voornamelijk muzikale grappen.

  • Nonens cabaret
Hij of zij vertelt (schijnbaar) onzinnige en absurde verhaaltjes en speelt idiote typetjes.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 1
In een schema vermeld je minimaal 5 cabaretiers:
  • De naam van de cabaratier;
  • De naam van hun voorstelling waarvan je een klein fragment hebt gekeken;
  • Het jaar van de voorstelling;
  • Het soort cabaret.

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 2
  • Je kiest de cabaretier van je voorkeur en bekijkt een hele voorstelling. 
  • Daarna beantwoord je 10 vragen in hele zinnen en dus in verhaalvorm. 
  • Zorg ervoor dat je uitgebreide antwoorden geeft.
  • Tip: maak aantekeningen tijdens het kijken van de voorstelling.

Slide 13 - Tekstslide