Les 4: het ademhalingsstelsel en de huid

• Biologie
• MBO
• Studiejaar 1

Les 4: het ademhalingsstelsel

Planning van vandaag

Start nieuw thema: ademhaling

Oefenopdrachten tijdens de instructie

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:

• kun je alle onderdelen van het ademhalingsstelsel benoemen en de functies hiervan uitleggen

Terugblik:

kunnen jullie alle onderdelen van het hart benoemen?

Instructie ademhalingsstelsel

• Maak opdracht 1 

Het ademhalingsstelsel

1. Neusholte
   
2. Mondholte
   
3. Keelholte
   
4. Strottenhoofd
   
5. Luchtpijp
   
6. Bronchiën
   
7. Longen
   
8. Longblaasje
   
9. Middenrif
   

Neusholte

Bekleed met neusslijmvlies --> produceert slijm

Teveel slijm --> snotteren

Boven in de neusholte zit het reukorgaan

Voordelen neusademhaling

• De lucht wordt gekeurd door het reukzintuig.
  
• De grove stofdeeltjes worden tegengehouden door neusharen.
  
• De lucht wordt verwarmd door bloed uit vele bloedvaatjes in het neusslijmvlies.
  
• De lucht wordt vochtig door vocht uit het neusslijmvlies.
  
• De stofdeeltjes en ziekteverwekkers blijven plakken aan slijm van het neusslijmvlies.
  

Mondholte

• Bij de ademhaling via de mondholte blijft de buiten lucht ‘onbehandeld’
• Als er erg droge en koude lucht in de longblaasjes komt, kan dat zorgen voor een longontsteking

Keelholte

• De keelholte is een kruispunt
  
• Voedsel kruist in de keelholte de weg die lucht aflegt.
  
• Het strotklepje sluit de luchtpijp af.
  
• De huig sluit de neusholte af.
  

Strottenhoofd

• Het strottenhoofd kun je aan de buitenkant van je keel voelen als je “adamsappel”.
  
• In het strottenhoofd liggen de stembanden (die je gebruikt als je praat).
  
• Het strotklepje sluit de luchtpijp af.
  

Slikken

Verslikken

Vul in!

1. Borstholte
   
2. Borstbeen
   
3. Rib
   
4. Wervelkolom
   
5. Middenrif
   

Ademhaling

Lucht en ademhaling

• Bij elke ademteug neem je lucht op in je longen.
  
• In je longen vindt gaswisseling plaats.
  
• Zuurstof wordt opgenomen in je lichaam.
  
• Koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht.
  

Longblaasjes

Hierin vindt gaswisseling plaats tussen

zuurstof en koolstofdioxide

Vul in!

In de longblaasjes zit ……….... (1)

In de longhaarvaten zit ……………. (2)

Tussen de longblaasjes en de longhaarvaten

vindt ………….. (3) plaats

Het …………..(4) vervoert de zuurstof naar

alle cellen van het lichaam.

Bij de verbranding in de cellen van het

Lichaam ontstaat …………(5). Dit gaat via het bloed

terug naar de longblaasje en wordt uitgeademd.

Dit gaat via het bloed

terug naar de longblaasjes en wordt uitgeademd.

Antwoorden

1. In de longblaasjes zit lucht

2. In de longhaarvaten zit bloed

3. Tussen de longblaasjes en de longhaarvaten vindt gaswisseling plaats

4. Het bloed vervoert de zuurstof naar alle cellen van het lichaam.

5. Bij de verbranding in de cellen van het

lichaam ontstaat koolstofdioxide