Les 2.7 Inleiding, kern en slot

Nederlands
Jaar 1 | 2022-2023| Periode 2
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
Jaar 1 | 2022-2023| Periode 2

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Welkom 
  • Stillezen of voorlezen
  • Woordenschrift
  • Lesdoelen 
  • Herhaling: Inleiding, kern en slot
  • Oefenen - schrijfopdracht
  • Dilemma

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:

  • Ken je de betekenis van de moeilijke woorden. 
  • Kun je kenmerken en functies beschrijven van de tekstdelen inleiding, kern en slot.

Slide 3 - Tekstslide


Hoe voel je je vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Moeilijke woorden
  • Innovaties
  • Psychogeriatrie
  • Geestelijke gezondheidszorg 


Slide 5 - Tekstslide

Een voorbeeld van innovatie in de zorg is...
A
verbetering in medicijnen
B
stagelopen
C
begeleiden bij het wassen

Slide 6 - Quizvraag

Innovatie betekent ook wel...
A
technologie
B
vernieuwing of verbetering
C
huishouden

Slide 7 - Quizvraag

Psychogeriatrie betekent...
A
depressie
B
fysieke pijn
C
dementie

Slide 8 - Quizvraag

Een PG-afdeling is dus...
A
een afdeling waar mensen met dementie wonen
B
een afdeling waar mensen met depressies heen kunnen
C
een afdeling waar mensen met fysieke pijn heen kunnen

Slide 9 - Quizvraag

GGZ staat voor...
A
Geestelijke gezelligheidszorg
B
Gezellige groentezaak
C
Geestelijke gezondheidszorg

Slide 10 - Quizvraag

Wat valt er onder geestelijke gezondheidszorg?
A
depressie en angst
B
blessures
C
levensmiddelen

Slide 11 - Quizvraag

De opbouw van een tekst
  • Een goed geschreven tekst heeft een overzichtelijke opbouw (= structuur).
  • Als je de opbouw van een tekst herkent, begrijp je de inhoud beter.
  • Die opbouw bestaat uit drie tekstdelen: inleiding, kern (of middenstuk) en slot.
  • Elk tekstdeel heeft zijn eigen functie/doel.
  • De tekstdelen worden vaak gescheiden door een witregel.

Vragen:
  1. Wat doet een schrijver in de inleiding?  Welk doel heeft de inleiding?
  2. Wat wordt er beschreven in de kern van een tekst?
  3. Hoe sluit een schrijver een tekst af? Welke functies heeft een slot?

Slide 12 - Tekstslide

Zet de tekstonderdelen in de juiste volgorde.
1.
2.
3.
4.
kern
titel
slot
inleiding

Slide 13 - Sleepvraag

Tekstopbouw
Aan de opmaak kun je vaak de tekstopbouw al zien. Je hoeft de taal van de tekst niet eens te kunnen lezen.

Welke tekstonderdelen zie je in deze tekst?

Slide 14 - Tekstslide

Wat hoort bij inleiding, kern of slot? Sleep de blokken naar het juiste tekstonderdeel.
Inleiding
Kern
Slot
de aandacht van de lezer trekken
voor- en nadelen
voorbeelden
conclusie
herhaling mening
samenvatting
vraag of stelling

Slide 15 - Sleepvraag

De schrijver vertelt waar de tekst over gaat.
Vaak wordt er een voorbeeld of een grappig verhaaltje opgeschreven.
Per alinea wordt nieuwe informatie gegeven over het onderwerp.

De tekst wordt samengevat, er wordt een conclusie gegeven.
Hierin wordt geen nieuwe informatie meer gegeven.
Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 16 - Sleepvraag


A
Inleiding
B
Kern
C
Slot
D
Dat is niet duidelijk.

Slide 17 - Quizvraag

Inleiding

De inleiding staat aan het begin van de tekst (1 alinea) en kan de volgende functies hebben:

- de aandacht trekken

- het onderwerp introduceren

- vertellen hoe de tekst verdergaat

- een vraag stellen

- in een nieuwsbericht vaak een samenvatting 

Slide 18 - Tekstslide

In de inleiding moet je altijd een vraag stellen.
A
ja
B
nee

Slide 19 - Quizvraag

Wat kun je beter niet doen bij de start van een presentatie?
A
een vraag stellen
B
een stelling noemen
C
een samenvatting geven

Slide 20 - Quizvraag

Wat staat er in de kern (middenstuk) van een tekst?

Slide 21 - Open vraag

Kern (middenstuk)

De kern is het middenstuk van de tekst. Hierin staat:

- de meest precieze informatie

- deelonderwerpen

De kern bestaat meestal uit meerdere alinea's.

Slide 22 - Tekstslide

Kan de kern meerdere alinea's hebben?
A
Ja
B
Nee

Slide 23 - Quizvraag

Slot

Het slot is het laatste deel van de tekst.

De schrijver kan verschillende dingen doen in het slot:

- een samenvatting geven

- een conclusie trekken

- naar de toekomst kijken of een vraag meegeven aan de lezer.

Slide 24 - Tekstslide

Waar vind je deelonderwerpen?
A
Inleiding
B
Kern
C
Slot

Slide 25 - Quizvraag

Inleiding of slot?

Een conclusie trekken
A
Inleiding
B
Slot

Slide 26 - Quizvraag

Oefenen
  • In Taalblokken: Bouwsteen 03 > Schrijven 
  • Maak de opdrachten t/m opgave 24.
  • Ben je klaar? 
  • Maak de opdrachten van Woordenschat Bouwsteen 3
     

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide


Na deze les heb ik het volgende nodig:

Slide 29 - Open vraag


Hoe vond je 
deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 30 - Poll