WI 4BB H4. 4.2. Grote getallen

Getal & ruimte 
Hoofdstuk 4 Statistiek

Paragraaf 4.2 
Grote getallen 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Getal & ruimte 
Hoofdstuk 4 Statistiek

Paragraaf 4.2 
Grote getallen 

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Spullen voor elkaar?
2. Lesdoel 
3. Uitleg 
4. Zelfstandig aan het werk
5. Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Terugkijken vorige lessen

Pak je telefoon!

Slide 3 - Tekstslide

Hoe bereken je het gemiddelde?
A
Door getallen te delen door elkaar
B
Door getallen min elkaar te doen
C
Door alle getallen op te tellen en te delen door het aantal getallen
D
Gemiddelde? Kan je dat eten?

Slide 4 - Quizvraag

Bereken het gemiddelde
van deze cijfers: 6,4 7,8 5,4 3,2 5,6
Rond af op 1 decimaal

Slide 5 - Open vraag

Hoe vaak telt het
cijfer 6,9 mee?
A
1x
B
4x
C
0x
D
3x

Slide 6 - Quizvraag

Bereken het gemiddelde.
Rond af op 1 decimaal.
Schrijf de hele som op.

Slide 7 - Open vraag

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:


1)  kan je met grote getallen rekenen  

2) kan je met breuken en grote getallen rekenen 

2) weet je wat een vuistregel is  





Slide 8 - Tekstslide

Uitleg: grote getallen
  • Bij het uitspreken van grote getallen gebruik je de woorden     miljard, miljoen en duizend.
        1 miljard = 1 000 000 000 (9 nullen)
        1 miljoen = 1 000 000          (6 nullen)
        duizend = 1000                      (3 nullen)

  • Ook bij het schrijven kan je deze woorden gebruiken.

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg: grote getallen
  • Staat er in de opgave 'Hoeveel miljoen/miljard/enz'
        --> dan gebruik je in het antwoord ook het woord                            miljoen/miljard/enz

  • Staat er in de opgave 'Schrijf je antwoord met alleen cijfers' 
        --> dan reken je met het hele cijfer (=dus met nullen!)

Slide 10 - Tekstslide

Uitleg: grote getallen en breuken
  • Breuk in opgave? Gebruik de breukentoets op je rekenmachine! 


Testopgave (blz. 179)
a. Volgens onderzoek is       van de Nederlanders zeer gelukkig.
Hoeveel miljoen Nederlanders zijn er zeer gelukkig? 
dn
51
Vuistregel: NL telt ongeveer 17,5 miljoen inwoners

Slide 11 - Tekstslide

Uitleg: grote getallen en breuken 
Elke Nederlander gooit gemiddeld 490 kg afval per jaar weg. Ongeveer hoeveel kg afval gooien alle Nederlanders samen per jaar weg? Schrijf je antwoord met het woord miljoen. Rond af op 1 decimaal

Uitwerking:
1p) NL telt ongeveer 17,5 miljoen inwoners
1p) 17,5 miljoen = 17 500 000 
2p) 17 500 000 x 490 = 8 575 000 000
1p) Alle NL gooien samen ongeveer 8,6 miljard kg afval per jaar weg 
Vuistregel: NL telt ongeveer 17,5 miljoen inwoners

Slide 12 - Tekstslide

Samen aan de slag!
Opgave 24
In 2019 heeft China ongeveer 1,386 miljard inwoners. Hiervan is            Tibetaans. 

a. Schrijf 1,386 miljard in cijfers
b. Bereken          deel van 1,386 miljard 
c. Ongeveer hoeveel Tibetanen wonen er in China?
2501
2501

Slide 13 - Tekstslide

Samen aan de slag! 
Opgave 27
In 2019 wonen er ongeveer 7,7 miljard mensen op aarde. Hiervan woont 1/10 deel in Europa. Van de Europeanen woont ongeveer 11/10 deel in Duitsland. 

a. Hoeveel inwoners heeft Europa?
Schrijf je antwoord alleen in cijfers.

b. Hoeveel miljoen inwoners heeft Duitsland ongeveer?

Slide 14 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag!
Hoofdstuk afmaken!

Slide 15 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het eind van deze les:


1)  kan je met grote getallen rekenen  

2) kan je met breuken en grote getallen rekenen 

2) weet je wat een vuistregel is  





Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk volgende les

Hoofdstuk afmaken! 


Slide 17 - Tekstslide