Woordjes hoofdstuk 3
la trousse
A
het geheim
B
de taal
C
het etui
D
de toets
1 / 20
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
la trousse
A
het geheim
B
de taal
C
het etui
D
de toets
Slide 1 - Quizvraag
marrant(e)
A
lievelings
B
grappig
C
vreselijk
D
streng
Slide 2 - Quizvraag
volé
A
gestolen
B
werken
C
lui
D
echt
Slide 3 - Quizvraag
encore
A
sterk, goed
B
altijd
C
natuurlijk
D
nog
Slide 4 - Quizvraag
en retard
A
op tijd
B
te laat
C
natuurlijk
D
vooral
Slide 5 - Quizvraag
l'élève
A
de klas
B
de pauze
C
de leerling
D
de school
Slide 6 - Quizvraag
toujours
A
vooral
B
altijd
C
waar
D
lui
Slide 7 - Quizvraag
faire
A
doen/maken
B
houden van
C
vergeten
D
thuiskomen
Slide 8 - Quizvraag
peut-être
A
natuurlijk
B
vandaag
C
misschien
D
aardig
Slide 9 - Quizvraag
facile
A
makkelijk
B
moeilijk
C
aardig
D
vreselijk
Slide 10 - Quizvraag
les maths
A
de taal
B
de toekomst
C
wiskunde
D
het schilderij
Slide 11 - Quizvraag
rigoler
A
thuiskomen
B
lachen, lol maken
C
beginnen
D
werken
Slide 12 - Quizvraag
oublier
A
houden van
B
werken
C
opschrijven
D
vergeten
Slide 13 - Quizvraag
paresseux/paresseuse
A
enthousiast
B
serieus
C
goed
D
lui
Slide 14 - Quizvraag
la chambre
A
de klas
B
de rugzak
C
de kamer
D
de toets
Slide 15 - Quizvraag
la récré
A
het vak
B
de klas
C
de school
D
de pauze
Slide 16 - Quizvraag
le tableau
A
de rugzak
B
het schilderij
C
de spullen
D
de toets
Slide 17 - Quizvraag
préféré
A
iedereen
B
waar
C
lievelings
D
natuurlijk
Slide 18 - Quizvraag
trop
A
lui
B
nog
C
echt
D
te, te veel
Slide 19 - Quizvraag
facile
A
makkelijk
B
op tijd
C
sterk, goed
D
moeilijk
