Kolonialisme

Verschil arm en rijk - geschiedenislesje
01
R. Pekkeriet
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Verschil arm en rijk - geschiedenislesje
01
R. Pekkeriet

Slide 1 - Tekstslide

Introductie 
  • Bekijk het schilderij.
  • Jan Janz Mostaert. ca 1535. 'De ontdekking van Amerika. 
  • Beschrijf in 5 tot 10 regels wat jij ziet op het schilderij. 

  • Hoe worden de oorspronkelijke                                                        bewoners afgebeeld? 
  • Hoe worden de Europese                                                                    kolonisten afgebeeld? 
  • Wat is het algemene beeld                                                                     wat dit schilderij wil laten zien?                                                         

Slide 2 - Tekstslide

Introductie 
  • Was het wel 'de ontdekking van Amerika'?  
  • Kunstkenners kritisch: Wat zegt dit over de oude beschavingen zoals de Maya's en de Inca? 
  • Schilderij geeft Europees beeld van de periode van kolonialisme
  • Verkeerde beeldvorming? 
  1. Native Americans, naakt, wilden, kannibalen, 
  2. Europeanen: Modern uitgerust, beschaafd, intelligent. 
  • Was dat ook zo? 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Waarom willen Europeanen graag andere werelddelen bezetten/regeren?

Slide 5 - Open vraag

Uitleg begrippen
  • Kolonie: Overzees gebiedsdeel van een land, Bijv. Suriname was een kolonie van Nederland. 
  • Kolonialisme: Het vestigen van een deel van de eigen bevolking in een landsstreek die nog niet door eigen bevolking bewoond wordt. 
  • Imperialisme: De wens om als land zoveel mogelijk uit te bereiden om status en aanzien te krijgen in de 15de en 16de eeuw. 

  • Modern imperialisme: De wens om als land zoveel mogelijk uit te bereiden om veel te kunnen handelen in de 19de eeuw

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Je zag net een 4tal kaarten.
Wat viel je op aan deze kaarten, de talen en de landen waar die talen waren? Schrijf je antwoord op.

Slide 11 - Open vraag

Uitleg 1/5
  • 3 soorten kolonialisme: 
  1. Handelskolonialisme. Een kolonie willen hebben om mee te kunnen handelen. (Indonesië) 
  2. Exploitatiekolonie. Een kolonie willen hebben om grondstoffen vandaan te halen. Zoals veelal in Zuid-Amerika gebeurde. 
  3. Vestigingskolonie. Een kolonie als uitbereiding van het eigen land, om je te vestigen. (Britse stukken in Afrika bijv.) 


Slide 12 - Tekstslide

Uitleg 2/5
  • Redenen voor kolonialisme/Imperialisme: 
  1. Economisch: voor grondstoffen, goedkope arbeid (slavenhandel) of handelsmonopolie (WIC alleenrecht op handel in Zuid-Amerika)  
  2. Religieus: verspreiden van cultuur of geloof zoals het christendom in Zuid Amerika. 
  3. Prestigieus: Aanzien/status. Militaire macht (G-B veel gebieden in Afrika, Australië 
  4. Strategisch: Kolonie stichten door goede positie. Bijv. Kaap de goede hoop

Slide 13 - Tekstslide

Uitleg 3/5
"Kolonialisme bracht Europese landen veel voorspoed en economische bloei. Europa was het supercontinent"

  • Positieve gevolgen van het koloniale tijdperk: 
  1. Veel steden aan het water groeien uit als grote handels en havensteden zoals bijv. Amsterdam > stapelmarkt 
  2. Landen verdienen veel geld aan de handel. "gouden eeuw"
  3. Er komen veel nieuwe producten beschikbaar voor de Europeanen zoals koffie, thee, zijde, specerijen etc. 
  4. Opbloei van de wetenschap en de kunst. 


Slide 14 - Tekstslide

Uitleg 4/5 

  •  Negatieve gevolgen van het koloniale tijdperk: 
  1.  Onderdrukking op de verschillende koloniën
  2. Rijke landen 'verrijken' zich over de rug van boeren in arme landen. 
  3. Oorlog/geweld 
  4. Slavernij. Geld verdienen met mensenhandel. 
  5. Superioriteitsgevoel: 'blanken' in dominante positie. 

Slide 15 - Tekstslide

Uitleg 5/5 
  •  Effecten tegenwoordig. 
  1. Taal: veel landen in de wereld spreken nog Europese talen. 
  2. Schuld t.o.v. oude koloniën zoals NL <> Indonesië 
  3. Schuld over het slavernijverleden. 
  4. Landbouw en infrastructuur in veel gebieden. Rijstbouw in Birma of veel nieuw aangelegde wegen in het gebied. 
  5. Kijkend naar de toekomst (toekomstvisie) 
  • Racisme 
  • Huidige ongelijkheid tussen bevolkingsgroepen en werelddelen. 

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Kaap de Goede Hoop
Indië
India
Nederland

Slide 18 - Sleepvraag

Rond 1700
Rond 1900
Wat valt op?

Slide 19 - Tekstslide

Imperialisme < > Modern Imperialisme 






  • 1884/85. Conferentie van Berlijn. 
  • Afrika werd verdeeld tussen een aantal Europese landen. 
  • Verdelen gebeurde gewoon met de 'liniaal'
  • Daarom ook rechte lijnen op de kaart in Afrika 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Europa
Afrika
Amerika
Sleep de producten naar het juiste werelddeel binnen de driehoekshandel
Spiegeltjes
Sierraden
Geweren
Slaven
Suiker
Katoen
Koffie
Cacao

Slide 23 - Sleepvraag

Uitleg slavernij door Nederland. 
  • Europese overheersers richten landbouwgebieden op in de nieuwe koloniën. (plantages) 
  • Oorspronkelijk werken er indianen. Zijn echter zwak en er sterven er veel door uitbuiting en ziekte. 
  • Stammen in Afrika vochten soms onderling met elkaar. 
  • Namen elkaar gevangen om uit te ruilen met Europese zeelieden in ruil voor wapens, kleding en andere luxegoederen. 
  • Slaven werden verzameld in grote forten totdat er voldoende waren voor een overtocht naar Suriname. 
  • Er zijn door alle Europese landen circa 12 miljoen slaven verhandeld. 
  • Nederland heeft circa 600.000 slaven verhandeld. 

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg slavernij door Nederland. 
  • Omstandigheden op slavenschepen waren slecht. Reis duurde soms 2 maanden. 
  • Tot wel 13% overleefde de reis niet.
  • Slaven lagen vaak geketend in een                                                           kleine ruimte. 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Kaart

Uitleg slavernij door Nederland. 
  • Slaven werden in Suriname 'verkocht' aan de hoogste bieder. 
  • Veel slaven kwamen op plantages te werken. Ze verbouwden, suikerriet, cacao of specerijen. 
  • Steeds meer slavenopstanden. 
  • Marrons: gevluchte Afrikaanse slaven die in stammen diep in de oerwouden van Suriname leefden. 
  • Eind 18de eeuw. Frankrijk schaft slavernij af. 
  • 1808. Engeland schaft slavernij af. 

Slide 27 - Tekstslide

Uitleg slavernij door Nederland
Abolitionisme: Gedachte om slavernij te verbieden. 
  • Ontstond eind 18de eeuw (1700 tot 1800) 
  • Superioriteitsgevoel nam af. 'mensen voelden zich gelijk' 
  • Nieuwe periode in Europa                                                                  Periode van industriële revolutie 
  • 1 juli 1863. Nederland schaft als                                                         een van de laatste landen de                                                             slavernij af. 

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Opdracht. 

In deze opdracht ga jij je inleven in het leven van een slaaf. Je kiest een van de verhalen uit. Lees en beluister  een van de verhalen. Een samenvatting van het verhaal  van deze persoon en het personage maak je in je periodeschrift. 

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link