In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Zakelijk schrijven
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat viel op?
opzoek?? Ik ben op zoek
ik, ik, ik
hoofdletters en punten
Slide 3 - Tekstslide
Wat is jouw toegevoegde waarde voor een (stage)bedrijf?
Slide 4 - Tekstslide
Wat is jouw toegevoegde waarde voor een bedrijf?
Jullie zijn handig(er) met ...
Chat GPT
sociale media
spreken een andere doelgroep aan
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht
vier sollicitatiebrieven vergelijken
Slide 6 - Tekstslide
Wat is goed/minder goed?
Slide 7 - Tekstslide
Wat is goed/minder goed?
Datering (Meppel, 4 december 2023)
Aanhef (persoonlijk aanspreken, met naam)
Slide 8 - Tekstslide
Welke kandidaat zou jij uitnodigen?
Huliyah
Kathy
Joachim
Jan
Slide 9 - Poll
Wat is geen goed voorbeeld van zakelijk schrijven?
A
sollicitatiebrief
B
e-mail naar een docent
C
e-mail naar je baas
D
groepsapp 'weekend'
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Je gaat een klachtenbrief schrijven naar een bungalowpark. Welk taalgebruik gebruik je?
A
Formeel - u
B
Informeel - je
Slide 12 - Quizvraag
Welk antwoord is goed?
A
t.a.v. mevrouw De Vries
B
T.a.v. Mevrouw de Vries
C
T.a.v. mevrouw De Vries
D
T.a.v. Mevrouw De Vries
Slide 13 - Quizvraag
Welk antwoord is goed?
A
Apeldoorn, 13-01-2019
B
Apeldoorn 13 januari 2019
C
Apeldoorn, 13 jan. 2019
D
Apeldoorn, 13 januari 2019
Slide 14 - Quizvraag
Woonplaats en datum komen
A
Na de gegevens van de afzender
B
Na de gegevens van de geadresseerde
Slide 15 - Quizvraag
Welk antwoord is goed?
A
Betreft: uitnodiging presentatie
B
Betreft: Uitnodiging presentatie
C
Betreft: uitnodiging presentatie.
D
Betreft: Uitnodiging presentatie.
Slide 16 - Quizvraag
Welke inleiding is goed?
A
Dit artikel schrijf ik, omdat er een discussie in de klas ontstond.
B
Dit artikel schrijf ik omdat, er een discussie in de klas ontstond.
C
Ik schrijf dit artikel, omdat er een discussie in de klas ontstond.
D
Hallo allemaal, dit artikel schrijf ik, omdat er een discussie in de klas ontstond.
Slide 17 - Quizvraag
Hoeveel alinea's moet je zakelijke brief minimaal hebben?
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 18 - Quizvraag
Welk antwoord is goed?
A
Bedankt voor uw medewerking.
B
Bedankt voor Uw medewerking.
C
Bedankt voor u medewerking.
D
Bedankt voor U medewerking.
Slide 19 - Quizvraag
Welke afsluiting bij een zakelijke brief is goed?
A
Met vriendelijke groet,
Naam + Achternaam
B
met vriendelijke groet,
Naam + Achternaam
C
Mvg,
Naam + Achternaam
D
Naam + Achternaam
Slide 20 - Quizvraag
Welk antwoord geeft de juiste volgorde van de conventies (opbouw) van een zakelijke brief aan: 1. plaats, datum 2. jouw adres 3. adres bedrijf 4. betreft 5. aanhef
A
12345
B
21345
C
31245
D
31254
Slide 21 - Quizvraag
INFORMEEL
FORMEEL
Ik hoop u hiermee voldoende geinformeerd te hebben
Met mij gaat alles prima hoor.
Mochten er vragen zijn dan hoor ik het graag.
Geachte heer/mevrouw,
Laat je even wat van je horen?
Ik moet binnen drie dagen antwoord hebben
Slide 22 - Sleepvraag
Welk e-mailadres zou jij "zakelijk" gebruiken?
A
Harrie@hotmail.com
B
a.dejong@gmail.com
C
missyammie@gmail.com
D
h.m@live.nl
Slide 23 - Quizvraag
E-mailadres
Gebruik een neutrale naam
Achternaam moet herkenbaar zijn
Slide 24 - Tekstslide
Hoe ziet de layout v/e e-mail eruit?
Van: …………………………..
Aan: …………………………..
Onderwerp: ……………….
Bijlage(n): …………………..
Slide 25 - Tekstslide
Indeling van een e-mail
Aanhef
Inleiding
Middenstuk
Slot
Afsluiting
Geachte…… of Beste…….
Wie ben je en waarom schrijf je.
Informatie. Boodschap. Vragen. Verwijzing naar bijlagen.
Verwachting. Bedanken.
Met vriendelijke groet, Je naam
Slide 26 - Tekstslide
Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!
Vergeet de komma niet!!!!!!!!!!!!
Nieuwe zin met HOOFDLETTER beginnen!!!!!
Slide 27 - Tekstslide
CHECKEN
Zijn alle punten uit de opdracht benoemd?
Voldoet mijn lay-out aan een e-mail?
Is de indeling goed?
Is het taalgebruik correct?
Is de bijlage genoemd?
Slide 28 - Tekstslide
Hoe sluit je een e-mail formeel af?
Slide 29 - Woordweb
Hoe ziet de layout van een e-mail eruit?
A
Aan, Van, Onderwerp, Datum, Bijlagen
B
Aan, Onderwerp, Datum, Bijlagen
C
Aan, Van, Onderwerp, Bijlagen
D
Aan, Van, Bijlagen, Onderwerp
Slide 30 - Quizvraag
Wat zet je in de inleiding van je e-mail?
A
Waarom je schrijft.
B
Je boodschap.
C
Je klacht.
D
Je verwachting.
Slide 31 - Quizvraag
Aan de slag
Maak de opdracht sollicitatiebrief.
Op pag. 2 en pag. 3 zie je voorbeelden
Slide 32 - Tekstslide
Huiswerk
Stuur een zakelijke e-mail naar je docent Nederlands waarbij je een klacht hebt over de duur en inhoud van de fysieke les